Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

Tuur

Ik tuurde door het raam van de keuken naar het beemd aan de overkant van de straat. Ik hoorde het gesis van het stoomstrijkijzer van ons moeder dat hemden en handdoeken glad polijstte zoals mijn handen dat ‘s avonds deden met de witte vacht van die ene poes die de keuken binnen mocht.

Aan de beekkant stonden noeste knotwilgen met kromme stammen en scheve karbonkels van uitgeschoten knoppen. Hun takken piekten als de stekels op de rug van een egel wild in de hoogte. Daar van achter stond de boerderij van Georges van Louiske. Als Georges aan het kruispunt van het steegje de Bosveldstraat over stak om omhoog te gaan richting kerk, leken zijn moe gewerkte knieën al even beknot en scheef als de wilgen aan de beek.

Tuur en Mil en Bernadette… zijn kinderen, ze waren al groot en uit de kluiten gewassen, toen ik nog een kleuter was.

Toen Tuur later trouwde, bouwden hij en Greta hun huis op de hoek van het kruispunt. Mijn vergezicht op beemd met wilgen en beekkant, werd gebroken. Zoals een koppel duiven een nest bouwt in de boomtop en dan dicht tegen elkaar kruipt om hun jongen op de wereld te zetten, tot ook zij, eens volgroeid, het nest uitvliegen.

In de vroege morgen, rond een uur of zes zeven, ontwaakte ik van hun stemmen als ze in de stallen de varkens voerden of de koeien in de vroegte van hun volle uier verlosten. De stemmen van Georges, Tuur en Greta, galmden en echoden over het veld langs het broek. Ze waren er al even vroeg bij zo ‘s morgens, even vroeg als ons vaders hanen op het erf.

Vannacht nog zag ik Tuur in mijn dromen. Het was weer zoveel jaar geleden, een vrijdagavond, of beter gezegd, het was al nacht, want de wijzers op de kerkklok wezen richting half een. Tuur en ik wandelden de kerkstraat af, met zachte tred en fluisterend om ieder die al sliep en niet te lang in de Korenbloem was blijven plakken, niet wakker te maken.

Tuur, mocht ik al mogen stemmen, dan stemde ik op u. Ook al zijn onze kleuren niet al gelijk, wat maakt het toch? Gij en ik, wij willen toch eigenlijk allemaal hetzelfde?

Dat is waar, beaamde hij. Zeg, zei hij, ik ga u eens iets zeggen, pas op, ik zal u zeggen, het zijn mijn zaken niet… en ge kunt daar van peinzen wat ge wilt.

En zo praatten we over de politiek en over van alles en nog wat dat eigenlijk in het dorp zou moeten gebeuren. Welke politieker dat dan ook zou verwezenlijken, hier in het dorp, dat maakte eigenlijk niet uit. Want eigenlijk, willen we toch allemaal hetzelfde. Het beste voor ieder mens hier.

Er werd geen kwaad gesproken daar onder het zachte licht van de sterrenhemel en de volle maan. Was het het bier of het late uur, maar alle veegjes scheefklapperij of wrok die in het dorp overdag wel eens leefden, werden weggevaagd, door de woorden van Tuur. Ze rezen op uit een bron van goed gemoed en waren gekneed en geboetseerd met zachte hand. Zoals elke mens van goede wil, dat doet.

Allé, ik ben voetsj, zei hij, want morgen is het weer vroeg dag. Voor Tuur was het elke morgen vroeg dag. Wat wilt ge? Hij had aldoor zijn handen vol met zijn eigen werk en met het doen van alles wat eigenlijk het beste was voor ieder mens hier in het dorp. Dat kwam allemaal, vroeg of laat, als ge wat geduld had, wel in orde.

Kris Merckx, 5 maart 2023

Contacteer ons nu