Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

Dag Frans

In die tijd, gij weet dat beter dan ik, Frans, droegen velen uw naam. Nu is dat een uitzondering geworden, Frans heten. Maar vroeg of laat, komt dat terug. Zoals er nu ook weer jong gasten zijn die Mil heten of Julie. Om de zoveel tijd, komt alles een keer terug.

Maar van sommige zaken kunnen we beter hopen dat ze nooit meer terugkomen. Zoals den oorlog, dat zult ge wel weten. Daar roept niemand op, niet waar, want gij zijt er nog ene van voor den oorlog, de tweede althans. Gij kunt er van meespreken. De oorlog, ook al herinnert ge u achteraf daar vooral de plezante momenten van, daar roep je niet om. Ook al zeggen we soms, als je jonge mensen bezig ziet, dat er "weer eens een oorlog zou moeten komen, dan zouden ze wat minder ijle aan hun gat hebben".

Jij bent nu zo oud dat je nog mensen hebt gekend die voor de eerste oorlog, of misschien zelfs voor de Frans-Duitse oorlog, zijn geboren. Het is een geschenk van God of van god weet wat, dat ge zo oud moogt worden en toch nog heel goed bij zinnen en gezondheid zijn. Het is toch waar, niet? Hoeveel zijn er die u dat na doen of de chance en het geluk van leven hebben en gezond blijven. Zo gezond als een jonge hond?

Vroeger was alles anders, en hoe ouder je wordt, hoe langer vroeger begint te duren en hoe meer jonge mensen erbij komen. Al wie je gekend hebt toen je jonger was, wie voor u was geboren en getogen, die is er nu al niet meer. Ze leven in uw memorie en daar nestelen ze zich en lopen ze rond in de verhalen en de zeeën van uw herinnering.

Er zou weer eens een oorlog moeten komen,
dan zouden ze wat minder ijle aan hun gat hebben

Maar ge zijt zo oud, als ge u zelf voelt. Naar het schijnt blijven mannen, dat zeggen veel vrouwmensen toch, altijd ergens een beetje een klein kind. Het moet zo zijn, dat denk ik zelf ook wel van mijn eigen. Vrouwen die peinzen over alles drie keer na en als ze dan uiteindelijk tot een besluit zijn gekomen en ge er u, soms van miserie, bij hebt neergelegd, dan krijgen ze plots weer een geheel ander gedacht. Voor een man is dat niet zo simpel om te verstaan. Mannen zijn daar meer in gelijk klein kinderen. Niet te veel nadenken, gewoon doen. En als je achteraf een hoop miserie op uw nek loopt, dan maken de vrouwen van hun oren. Maar ja... de meeste miserie lost zijn eigen wel op, of verdwijnt als ge lang genoeg wacht. Daar moet gij op uwen ouderdom toch wel wat ervaring mee hebben?

Maar wie ben ik, om daar met u over te praten? Ik ben nog altijd maar iets meer dan half zo oud als gij. Ik ben nog een klein manneke. Toen ik nog in mijn wieg lag in het ouderlijk huis bij Sissen, had jij al de ouderdom die ik nu heb. Dat kan toch al tellen, bij God, als ge er over over begint na te peinzen.

Weet ge wat ik nu zou willen vragen, van jongeman tot man. Is dat echt waar dat vroeger altijd alles beter was? Want toen ik jong was en gij en Lijnke mee patatten kwam rapen op ons veld op het Begijnhof, toen spraken jullie daar ook al over tussen het bukken en het rapen door.

"De wereld is wijd op zijn einde, " hoorde ik ulle zeggen.
"Moesten de mensen van vroeger terugkomen, ze zouden ogen opentrekken".
"Het is toch allemaal erg geworden, niet te geloven".
"Als ge nu ‘s zondags in de kerk komt, daar zit gene mens niet meer."
"Het is toch allemaal wijd gekomen."
"Kunt ge dat geloven, Frans?"
"Kunt ge dat geloven, Lijnke?"
"Ja Julie, dat is waar, waar dat allemaal hene gaat."

Ons vader stond erbij en knikte eens instemmend.

Pas op, ik rappelleer me nu niet precies of dat gesprek nu echt zo in die volgorde is verlopen, daar op het begijnhof tussen het rapen van de patatten door. Maar het zal toch niet veel gescheeld hebben, want gelijkaardige conversaties hoorde ik elke morgen bij ons in de keuken als de mensen daar met hun kruikske melk kwamen kopen. Yvonne van Raas of Julia of Marcel, Vie van Schoels, Fille Billen, Berke ... Enfin, ik moet het u niet zeggen, gij hebt ze beter gekend dan ik.

Maar is dat nu echt zo dat het altijd maar is blijven achteruit gaan? Want als ge dat zo begint door te trekken, dan is het in uw levensloop altijd maar blijven achteruitgaan, Gelijk alsof ge een houten kar met oelen uitspant en het paard vanboven op een berg blijft staan en de kar alsmaar sneller naar beneden rolt, zo zonder trekpaard. Vroeg of laat moet die toch ergens tegen te pletter slaan?

Als de wereld en de mensen allemaal maar achteruit blijven gaan, dat moet dan toch ergens een keer eindigen? Neemt nu, ik geef al half mijn leven les. Als ik de meesters en juffrouwen van in de kleuterschool tot in het hoger bezig heb gehoord, dan werden de jong gasten alsmaar dommer en dat werd van jaar tot jaar erger. Wel, dan denk ik, dat moet toch een keer stoppen? Op een bepaald moment kunt ge toch niet nog luier en nog dommer worden?

Zie, en dat is nu zo met alles. De meeste mensen beginnen hoe ouder ze worden alsmaar meer te klagen over die neergang. Alsof ze op de top van de berg staan en iedereen die na hen is gekomen, lager af op de helling staat. Gelijk die bolderkar met oelen die naar beneden rolt. Dat moet toch ooit slecht aflopen dan?

Maar we mogen ook niet overdrijven. Op elke regel is er wel een uitzondering. Misschien is dat wel het geluk van uw lang leven, Frans. Gij hebt in mijn ogen meer gelachen dan geklaagd. Meer verteld, dan gezaagd. Misschien is het dat wel, Frans.

Het gaat u nog heel lang heel goed. Ik hoop met u nog eens een keer te komen babbelen over vroeger, toen alles misschien niet beter, maar dan toch wel anders was.  

Kris Merckx, 1 oktober 2021

Contacteer ons nu