Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

Spookverhalen uit Hakendover

Weerwolf

Hoeveel mannen is het niet overkomen dat zij, na ietwat te lang te zijn blijven plakken, in een donkere wegel werden besprongen door een of andere nekker of weerwolf, die ze dan een heel eind moesten meedragen. Henri Willems werd aldus op zekere avond tegengehouden door een grote zwarte hond (voorzeker een weerwolf). Toen hij op een andere keer met een kluit aarde naar een kat gooide, veranderde deze terstond in een hond.

"Ik kan er niet aan doen, zei Leonie van Jan Kiek, maar ze bestaan, zo zeker als twee en twee vier is. Mijn vader kwam eens 's avonds laat te voet van Wommersom en aan het pachthof van Mayson sprong er iets op zijn rug dat gromde "Draaag!" Vader voelde harige armen rond zijn nek en harige benen op zijn heupen. Verder werd er geen woord gesproken. Aan het kasteel va Storms sprong het gedrocht van vaders rug en verdween in het bos. Moeder heeft hem verschillende borrels geschonken om hem terug op zijn positieven te krijgen." (Servaes Kinnart, "spoken en weerwolven te Hakendover" in: DDD nr. 13)

Een weerwolf was een man die een pact had gesloten met de duivel en daardoor van tijd tot tijd in een wolf veranderde. Om zulk een pact te doorbreken kon het Sint-Jansevangelie worden aangewend. Dat was zo wat de beste remedie tegen alle vormen van kwaad. De ouderen onder de lezers zullen zich de eerste versregels zonder enige twijfel herinneren als "het laatste evangelie":

In het begin was het Woord
en het Woord was bij God
en het woord was God
Dit was in het begin bij God.
Alles is door Hem geworden
en zonder Hem is niets geworden van
wat geworden is.
In Hem was leven,
en het leven was het licht van de mensen.
En het licht schijnt in de duisternis
maar de duisternis nam het niet aan.
...
En het Woord is vlees geworden
en heeft onder ons gewoond

Verloren zielen

Deze woorden werden door de priester uitgesproken als ergens de  ziel van een afgestorvenen bleef rondwaren (soms was dat wel eens een familielid die met een ketting over de vloer van de zoldering sleepte). Een prachtig maar weinig bekend verhaal over ronddwalende rusteloze zielen is dat van de dodenprocessie van Ramshoven ("Ranshoven" in de volksmond). Honderden jaren geleden was Ramshoven een gehucht, gelegen tussen Hakendover, Meer en Wulmersum (ergens ter hoogte van het vervallen huisje van Kriekemieke). "Volgens Wauters bevonden zich hier een hoeve, een brouwerij en een Sint-Pieterskapel die verdween in de 17e eeuw" (Kempeneers, 17). De bewoners zou volgens sommigen zijn uitgestorven door een pestepidemie. Bij het aanleggen van de verkavelingsbaan zijn  er een aantal geraamtes bovengehaald. De zielen van de afgestorvenen zouden processiegewijs door de velden trekken. In Den Dertienden Dag nr. 13 en 14 publiceerden we een verhaal gebaseerd op dit aloude spookvertelsel.

Heksen

In Bost werd in de jaren '20 een beruchte heks, bijgenaamd Mezet, begraven in ongewijde grond. Anders dan bij een normale begrafenis werd zij niet in een kist, maar in een schoof korenstro begraven! Het doet ons denken aan de vampierenverhalen uit Transsylvanië. In die streken stortte men de kist van een vampier vol met graankorrels. Als het bloeddorstige monster 's nachts uit zijn dodenslaap ontwaakte, zou hij de onweerstaanbare neiging krijgen de graankorrels te beginnen tellen. Aldus kreeg hij niet de kans om voor het ochtendgloren het leven van de stervelingen te verstoren.

Over heksen noteerden wij in de Putstraat het volgende verhaal:

"Vrugger kwampe ter veul leurders. Oep ne zeikeren dag, 't was in de Petstroët, kwamp ter zoeê e vies aat wijf, me goare en zoeë vanalles. Dea mins van dat huis hâ ne klane. Toen da wijf de deur uit weër, zag hem da dea klane zenne kop deksteveure gedroeëit was. Nen tijd ternoë kwamp da wijf terug. Dea mins hâ het oelevuur goeëd oepgestokt en gelek as da wijf binnenkwamp zai hem: "As ge nie makt da da kind zenne kop terug tegoei stoët, dan smijt ich hiëte atsels in hoer gezicht!" Da wijf es dei kamer binnengegoën en toen se buitenkwamp stond dea klâne zenne kop trug nermoël. Se hamme da vramins achternë ne miê truggezien"

In een andere versie aaide de heks het kindje waarna het hoofdhaar van de baby vol vlooien zat.

Mirakel

De macht van God en de heiligen steeds worden ingeroepen als de boerenmensen een of ander onheil overkwam. Zo had Franciscus Roggen, beter bekend als Sissen, twee merrise die maar niet drachtig werden. Hij en Servaes Kinnart trokken met beide merries naar de kapel van den Ossenweg. Servaes bleef buiten bij de paarden. Toen Sissen de kapel binnestapte, hoorde hij een stem die zei: "Ga maar naar huis, uw merries zijn drachtig!" Sissen legde Vaes op te zwijgen over het voorval, uit angst uitgelachen te worden.

Gevaar

Zulke verhalen waren ook een adequaat middel om kinderen op een of ander gevaar te wijzen. In de waterput zat een zwart manneke en dat trok u met een haak naar beneden als ge tefel over de rand van de put leunde. In het koren zat een korenmanneke of korenpater en als die u vastkreeg dan zag men u voorzeker nooit meer terug. 't Zou de eerste nIet zijn.

Contacteer ons nu