Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

Fons van Miekes en
de verloren zielen van Ranshoven

Fons vertelde: "Het was kort na de oorlog.  Ik moest van mijn nonkel in de late namiddag nog een kar bieten gaan laden op de Sinte-Pietersberg tussen Wulmersum en Meer.  Ik spande in en tegen dat ik terug aan Ranshoven voorbij kwam begon het al te duisteren.  Ik was niet op mijn gemak, want het was algemeen bekend dat het daar spookte.  Ik was geen honderd meter ver de diepe straat in  of ineens bleef mijn paard staan.  Hoe ik ook riep, het beest verroerde geen poot.  Ik wilde van de kar afspringen, maar ik was precies verlamd.  Ik was helemaal verstijfd van schrik en van kou.  Ik zag en hoorde geen enkel geluid meer.  Ik zat daar een hele tijd.  Ik luisterde naar de klokken van de kerk om te weten hoe laat het was, maar die zwegen als vermoord. 

Het was lange tijd doodstil.  Toen stak er opeens zo een hevige wind op dat ik vreesde van de kar te vliegen.  Daarna was het plots weer muisstil en begon er een klein vreemd klokje te luiden, dat ik nog nooit had gehoord.  Vlak daarop klonken twaalf doffe slagen.  Het uur van de spoken ging door mijn hoofd.  Opeens een geweldige bons achter mij op de wagen, gevolgd door een felle lichtflits.  Ik voelde mijn hart kloppen in mijn keel.  Ik hoorde achter mij een stem: "Draai u niet om.  Gij alleen kunt ons helpen."  Zonder het echt te beseffen, merkte ik dat ik weer kon spreken en mij bewegen. Ik vroeg: "Wie zijt gij en wat moet ik doen?"  De gedaante antwoordde: "Wij zijn de zielen van de overledenen van Ranshoven.  Omdat onze begraafplaats verwoest is, kunnen wij geen rust vinden.  Daarom is het nodig dat wij zeven keer de plaats bezoeken waar wij vroeger geleefd of gewerkt hebben.  Gij zijt de voerman die ons daar naartoe moet brengen."  Ik zei: "Goed, ik zal u voeren, maar doe mij of mijn paard geen kwaad."  Ik wilde vertrekken maar de geest waarschuwde: "Wacht eerst op de anderen."

Ik hoorde achter mij acht of negen ploffen, precies of de mulder een zak naar beneden liet vallen.   Toen deed de eerste geest teken en ik klakte met mijn tong.  Ik draaide mijn gevoer.  Het paard stapte nu door de stikdonkere nacht.  De maan zat verscholen achter dikke wolken en er was geen ster te zien.  Aan het hof van Ranshoven, bij Stevens, moest ik inhouden en voelde ik dat de eerste verdwaalde ziel afstapte.  Bij Jans, bij de Witte van Freekes en bij Tist hetzelfde. Vlak over de spoorweg gaf de geest met zijn hand aan dat we langs het Broek moesten.  Zijn hand was blauw en doorschijnend.  Aan Klits bleef nog alleen de eerste geest over.  "Rij nu drie keer rond de kerk van Hakendover en kom dan terug om alle zielen op te halen.  Ziet dat niemand u ziet en zet er wat vaart achter want om één uur moet alles afgelopen zijn."  Ik liet de lijn kletsen op het achtereind van het paard.  Het getrappel van de hoeven klonk hol tegen de gevels van de huizen.  Ik hoorde in de verte een klok één keer tampen.  Ik had dus nog een half uur de tijd.  Met moeite kreeg ik mijn wagen gemend doorheen het smalle straatje rond de kerk.  Eén enkele keer hoorde ik aan het snerpend geluid dat ik de kerkmuur raakte.  Ik hield mijn adem in.  Verder geen geluid. Toen ik aan Klits terugkwam, stond de geest mij al op te wachten.  Ik hoorde weer het doffe bonzen van de zielen, die opstapten.  We kwamen veilig in Ranshoven aan, niemand had ons gezien. 

Eens dat alle zielen afgestapt waren, haalde ik verlicht adem.  Maar de geest sprak: "Dit is onze eerste boetetocht.  Op de gepaste tijd, telkens als het klokje van Ranshoven luidt, zal ik u komen wekken.  En dat tot de zeven keer zijn vol gemaakt."Ik heb toen maanden bijna niet durven slapen.  Nog zes keer zijn ze mij komen wakker maken. Er werd dan op het venster geklopt van mijn kamer.  Ik kleedde mij vlug aan, deed voorzichtig de deur open en spande het paard in.  Elke keer volgden wij hetzelfde ritueel en gingen we langs dezelfde weg.  Op het einde van de zevende tocht zei de geest: " Nu kunnen alle zielen in vrede rusten.  Slaap nu de slaap der rechtvaardigen. Uw taak is volbracht." Ik ben toen naar huis gereden en heb drie dagen en drie nachten geslapen.  Ik heb lange tijd hierover aan niemand iets durven vertellen.  Toen ben ik naar Sint-Truiden gegaan en heb aan een pater van het begijnhof alles opgebiecht." 

Als hij gedaan had, zweeg Fons minuten lang.  Hij keek dan met een dromerige blik over zijn schouder richting Ranshoven en  staarde vervolgens lange tijd voor zich uit.  Het gebeuren had hem diep aangegrepen.            

Contacteer ons nu