Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

Het looverhuis

Een sprookje opgetekend te Wulmersum in 1911.

't Looverhuis, sprookje opgetekend te Wulmersum in 1911.

Een koning liet bij zijn afsterven drie kinderen na, eenen zoon, die hem opvolgde, en twee dochters. De oudste dezer, Alexa, hield veel van wandelen. Dikwijls ging zij van haren trouwen windhond vergezeld, zich vermei- en in de berkenbosschen van haren broeder. Eens dat zij weder de gezonde boschlucht inademde, hoorde zij in 't verschiet de liederen van duizenden vogels weerklinken; en hoe verder zij ging, hoe schoonér was het vogelgezang. En het was of eene geheimzinnige macht haar voortstuwde. Eensklaps stond zij vóór den ingang eener woning, waarvan de wanden en het dak ge- vormd waren uit takken, twijgen en bladeren van boomen, die welig groeiden en heerlijk bloeiden. In het loover van dat leven- de huis woelden en krioelden duizenden vogeltjes, schooner dan de schoonste kolibrietjes, en die liederen zongen, zoo teeder, zoo roerend, dat zij den sterveling, die deze bovenaardsche to- nen vernam, naar het looverhuis lokten. Toen de prinses zich op die verrukkende plaats bevond, begon de avond te vallen. Terug naar huis gaan, daaraan viel niet te denken. Zij besloot de gastvrijheid te vragen aan de bewoners van 't looverhuis. Een stokoud vrouwken verscheen.

- Goeden avond moedertje; ik ben op doolweg geraakt. Zou ik hier geenen nacht mogen slapen? spraak Alexa.

- Of ge hier slapen moogt, schoone jonkvrouw, voorzeker moogt gij dat; maar vooreerst moet gij uwen windhond aan dezen boomstam vastbinden.

- Hoe zou ik dat zonder ketting?

- Bind hem met een haar van uw hoofd.

De prinses deed het en op hetzelfde ogenblik veranderde het haar in een dikke keten.

Alsdan trad het meeken met de prinses het leevende huis binnen langs eene opening, omkranst met kamperfoelieloover, waartusschen geurende bloementrossen wiegelden. De tooverkol sloeg met haaren staf op den schouder der jonkvrouw, die bij deze aanraking in een zoo diepen slaap viel, dat men haar met geen kanon zou wakker geschoten hebben. Haar hond onderging hetzelfde lot. De verdwijning der prinses dompelde haren broeder en hare zuster in een onmetelijk wee. In al de steden en dorpen des rijks werden de gevels der huizen met zwarte stoffen behangen ten teeken van rouw, want al hare landgenooten zagen haar doorgaarne.

Sedert dien ging gertrudis, de jongste zuster, van haren hazenwind vergezeld, gansche namiddagen wandelen in het bosch, waar zij wist dat Alexa spoorloos was verdwenen. Eens dat zij heel diep in 't wilde woud doorgdrongen was, verrukten haar de heerlijke gezangen der vogels en lokten haar naar het looverhuis. Bloedrood zonk de zon in 't westen weg. Gertrudis kon onmogelijk dien dag nog naar huis gaan.

- Laat mij in uw looverhuis vernachten, zegde zij tot het meeken, ik zal u er eeuwig dankbaar voor zijn.

- Edele jonkvrouw, sprak het oudje, gij moogt hier blijven slapen, op voorwaarde dat gij uwen hond aan dezen boomstam bindet.

- Volgaarne zou ik aan uw verzoek voldoen, moedertje, hernam Gertrudis, als ik slechts eenen band had.

- Bind hem met een haar van uw hoofd.

De prinses gehoorzaamde en dadelijk werd het hoofdhaar in een zwaren ijzeren ketting herschapen, zoodat de hond schadeloos gemaakt was.

In het voorhuis gekomen, had zij nauwelijks den tijd een vluchtig oogenblik hare slapende zuster te bestaren. Pas had het tooverstokje van het meeken haar aangeraakt of een loodzware slaap overviel haar. Daar stond de arme prinses roerloos als een marmeren beeld en haar trouwe hazenwind verroerde geen lid meer.

Weder heerschte er droefheid in het paleis en was het land zes weken in rouw.

Een jaar later achtervolgde de koning, de broeder van Alexa en Gertrudis, met zijn vluggen hazenwind eene hinde en kwam op de plaats, waar het schoone gezang der vogelen weergalmde. Die zang, aanlokkend als de zang eener meermin, bracht hem voo het looverhuis. De koning, die eenen dorst had als een paard, vroeg aan het meeken een glas water.

- Dat wil ik u wel geven, sprak het oudje, als gij uwen hond aan dezen boomstam bindt.

- Waarmede zou ik dat doen, moedertje?

- 't Is mij om het even, al was 't met een haar van uw hoofd.

De prins, die de slapende hazenwinden zijner zusters herkende, gebaarde zijnen hond te binden, doch deed het niet.

Toen leidde het vrouwtje hem in 't voorhuis onder den looverboog door, sloeg hem met haar stokjen op haar schouder, maar bijna gelijktijdig viel zijne hand op haar hoofd, waardoor hare toovermacht gebroken was. Zijn hond viel de booze heks aan en scheurde ze aan stukken.

Een oud manneken kwam te voorschijn en bulderde:

- Roekelooze, verstout gij u mijn huis binnen te dringen en mijne vrouw door uwen hond te doen verscheuren?

De prins greep hem bij de keel en dreigde hem te wurgen, als hij zijne slapende zusters niet op staanden voet wakker maakte.

- Laat mij los, ik zal mijn best doen, sprak de oude.

Hij blies op een fluitje. er kwam leven in de oogen, in de spieren van het hoofd. Hij wilde ophouden, maar werd door de koning gedwongen voort te gaan. de armen bewogen zich, de borst ging op en neer. Nogmaals wilde hij ophouden. De koning greep hem bij de keel. Het peeken blies voort. De beenen en de voeten van Alexa en Gertrudis gingen vooruit. De prinsessen waren wakker en gingen met hunnen broeder, elk van zijnen hond gevolgd - de honden der prinsessen te gelijk met hen ingeslapen en te gelijk met hen wakker geworden- naar het paleis terug. Overal werden zij met uitbundige vreugde ontvangen. Feestgezangen werden aangeheven en waren zij minder schoon dan die der vogelen in het tooverbosch, zij hadden toch zulke heillooze uitwerkselen niet. de gevels van al de huizen van het koninkrijk werden met loover en bloemen behangen; er werd gedanst en gespron­gen, geklonken en gedronken, en er scheen geen einde aan de vreugdefeesten te komen.

Contacteer ons nu