Traditioneel kwamen heel wat bedevaarders uit de Kempen. Vooral vanuit Turnhout kwamen georganiseerde broederschappen naar de paardenprocessie van Hakendover.
search Lees meerVanaf het einde van de negentiende eeuw, komen er heel wat bedevaarders uit het katholieke zuiden van Nederland naar Hakendover, vooral uit de regio Breda en Tilburg.
search Lees meerEen ongezien spektakel
Jaarlijks zakken op paasmaandag nog duizenden bedevaarders af naar het onooglijke dorpje Hakendover. Tijdens die dagen bruist het hier van het leven. De kerk zit afgeladen vol tijdens de eucharistievieringen, in de straten kan je over de koppen lopen. Uitkijken is het wel voor de briesende paarden en vooral voor de hoopjes die ze hier en daar laten vallen. Gelegenheidcafés openen hun deuren, de kermis draait op volle toeren, en er hangt een doordringende geur van smoutebollen, friet en hotdog...
Wandelend door de straten waan je je een vreemde in eigen dorp. Je eigen woonst lijkt die dagen eerder op een hotel, vooral dan toch als je bedevaarders op logement hebt. Ouderen, door een zweem van nostalgische overpeinzingen getroffen, wijzen ons erop - met de vinger bezwerend opgeheven - dat het niets is in vergelijking met vroeger jaren. " 't Is een klein beestje geworden..." zuchten ze. Begin deze eeuw schreef de Tienenaar Lodewijk Rock nog dat 'uit alle gouwen, uit alle landen.... duizenden bedevaarders' naar Hakendover toekwamen. 'Bijzonder uit het noorden van ons Hageland en de Kempen is de toeloop ongemeen groot,' voegde hij eraan toe. Een van de belangrijkste groepen bede-vaarders kwam in het verleden uit Turnhout en omliggende. Jaarlijks verscheen in de krant 'De Kempenaar', een krant voor Turnhout en omstreken een verslag van hun bedetocht naar Hakendover.
'Verleden zaterdag is, als naar jaarlijksche gewoonte, onze processie naaar Hakendover vertrokken. Het getal bedevaarders was te Scherpenheuvel reeds zeer groot en toen men, zondag na de Hoogmis van daar vertrekkende, te Thienen aankwam was het zelve nog sterk aangegroeid. In de kerk van O.-L.-V. buiten Thienen werd er, onder eene treffende toespraak en het uitvoeren van eenen schoonen vlaamschen Lofzang ter eere van Maria, eene prachtige waskaars geofferd. Toen men ongeveer ten 5 ure namiddag te Hakendover aankwam, trok men processie 's gewijze, onder het zingen der litanie van de H.-Maagd en het bidden van den Roosekrans de kerk binnen. Zes leden droegen de tot offeranden bestemde schoone lanteernen en zes dochterkes, de prachtige waskeers waaraan nog vele offergiften in zilver prijkten. Er werd een kort Lof gedaan waarna de eerw. heer Pastoor eene hartroerende aanspraak deed. Het altaar was luisterrijk verlicht door meer dan 550 bougies, verbeeldende de gansche stichting der kerk. Boven het altaar zag men, in licht, de letters P.S.M.; langs beide zijden onder een boompje: M.C.L. Drij verschillende harten verbeeldden de H. Familie terwijl twee afgaande toeren de Twaalf Werklieden beduidden. De eerste Mis werd door den Eerw. heer Pastoor opgedragen tot het inzicht der deelgenoten, waarna er nog verscheidene Missen werden geaan. Ten 10 ure begon, met zooveel plechtigheid mogelijk, de Hoogmis. De eerste en de Hoogmis werden gezongen door zangers der bedevaarders onder het bestuur van den heer Goris terwijl de heer Tyriard het orgel bespeelde. Zeer schoon, en door gunstig weder begunstigd, ging de prachtige processie uit, welke, nu, voor de eerste maal met 30 brandende lanternen werd vergezeld; terwijl wederom 12 bedevaarders van Turnhout in eendere kleeding de 12 Werklieden verbeeldden. Nooit was de toelopp van volk, ook te peerd, zoo groot als nu. Na de processie werd er nog een schoon gezang uitgevoerd waarna men onder het zingen der Litanie de kerk verliet; allen, zoowel geestelijk als wereldlijken, waren diep bewogen. Den Derden Paaschdag had men eene solemneele Mis te Scherpenheuvel welke wederom door de zangers en den orgelist der processie werd uitgevoerd. Het muziek was buitengewoon schoon. - Na de mis deed men, onder het zingen van den Rooze krans, den toer rondom de kerk en keerde men zoo in de beste orde huiswaarts. De reis is goed afgeloopen; geen der bedevaarders is onpasselijk geweest. Zoowel bij het binnenkomen te Hakendover als bij het vertrek, werd de groote klok geluid. Het getal bedevaarders dat voorheên nooit de 200 overtrof, beliep thans eer dan 400.'
uit: "De Kempenaar" 03/04/1869
Dezen morgen is de jaarlijksche bedevaart van Turnhout naar Haekendover vertrokken. Wij vernemen dat het getal pelgrims van jaar tot jaar toeneemt en eenen placht-igen optocht vormt, waarvan onder andere een 15tal personen deel maken, die, in den vorm van koorknapen gekleed, den Zaligmake met zijn twaalf apostelen voorstellen. -De offeranden zullen bestaan in eene uitstekende schoone waskaars bestemd voor de kerk van Haekendover, benevens eene piramyde van waskaarsen branden, verbeeldende een jaartal uit de 14de eeuw, waarin de kerk gesticht is. De bedevaars zullen in korps deel nemen aan de plechtige processie te Haekend-over, en na afloop der godsdienstoefenin-gen (waarvan de orde bij gedrukte brief-jes aan de ledematen is bekend gemaakt) onder klokgelui vertrekken.
Uit: "De Kempenaar" 16/04/1870
Zaterdag zijn een 100tal inwoners onzer stad en eene menigte uit de omliggende dorpen in verschillige groepen naar Hakendover vertrokken. Na te Scherpenheuvel zoo des zaterdags als op Paaschdag hunne godsdienstplich-ten volbracht te hebben, hebben de bede-vaarders hunne reis voortgezet. Twee der groepen droegen hunne offer-giften mede. Het gezelschap van Oud Turnhout offerde te Hakendover een paar prachtige kandelabers en werd door den eerw. heer Pastoor met het Allerheiligste gezegend, waarna de herder hen in eene korte toespraak dankte en hunnen iever opwekte. Eéne groep dezer stad en om-streken bracht aan O.-L.-V.-ter-Steen eene fraaie keers, die onder het zingen van een Vlaamsch loflied werd opgedra-gen, en begaf zich verder processie gewij-ze, het kruisbeeld aan het hoofd, naar Hakendover, alwaar de stoet, na zich bij den koster in orde gesteld te hebben, onder het gelui der klok en het zingen der litanie van O.-L.-V. de kerk binnen trok. Die stoet was samengesteld als volgt: 1. Zes jonge meisjes dragende de groote keers; 2. Twee jonge vrouwen, dragende de geofferde kandelaars; 3. drie maagde-kens en 4. al de leden van den stoet ieder eene waskeers dragende, waarvan er 13 aan iedere zijde des altaars werden ge-plaatst op de schoone pyramiden die de eerw. heer Pastoor had doen vverveerdi-gen ter gedachtenis der stad Turnhout wier wapen en naam er op prijkte. De groote keers was wederom met zilveren offergiften en met 't zelfde wapen ver-sierd. Na den zegen met het Allerheiligste gegeven te hebben, hield de eerw. heer Pastoor eene korte toespraak waarin zijn eerw. met kracht aandrong op de noodza-kelijkheid van te bidden voor de welstand der H. Kerk en de bekeering der zonda-ren, voorname inzichten der Vereeniging. Daarna werd de lofzang O Jesu en het lied op de Verrijzenis aangeheven. De eerste Mis, ......... opgedragen en door het zangkor gezongen. Om 7 ure hadden de bedevaarders van Oud Turnhout de hunne, en om 8 ure was er eene Mis ten bijzonderen inzichte van eenen burger van Turnhout. ten 10 ure begon de plechtige Hoogmis, opgedragen door den zeer. eerw. heer Gust. Van Aerschot, directeur van het vermaarde gesticht St.-Louis, te Brussel, (neef van den tegenwoordigen Pastoor van Hakendover) geassisteerd door vier der professoren van dat gesticht. Daar het zangkoor der bedevaarders, om de nieuwe plachtige mis te kunnen uit-voeren welke de heer Robson voor hetzelve heeft gelieven te vervaardigen, behoefte had aan deszelfs gewonen zang-meester, die zich in den loop des jaarrs alle moeite had gegeven om die mis te doen aanleeren, en aan den gewonen orgelist, was men met grond bevreesdde-zelve niet te kunne uitvoeren;doch, geluk-kig, heeft een lid der Vereeniging, eenige dagen voor het verrtrek, de taak van directeur op zich genomen en er zich weerdig van gekweten, terwijl, dank aan de goede zorgen van eenen eerw. pater Dominikaan, in de tweede verlegenheid werd voorzien door den zeer gunstig gekenden heer Seron, organis in de kerk van van O.-L.-Vrouw te Thienen, eenen der eerste muziekanten van den omtrek, die tevens directeur is van het muziek der Koninklijke Maatschappij. onder de Conservateurs te thienen opgericht, en muziekleraar in het gesticht der Josephie-ten aldaar. dank vooral aan dien heer die door zijne kunde het zoo wist te schikken dat noch de zang noch de begeleiding iets te wenschen overliet; dank, nogmaals aan den heer Seron, die voor zijne moeite niet de minste belooning heeft willen aanveer-den, en enkelijk heeft gehandeld door den iever welke hem voor den godsdienst bezielt.
uit: "De Kempenaar" 23/04/1870
Thans is de bedevaart vanuit Turnhout wegens gebrek aan belangstelling stopgezet. In 1892 sloot een familie uit Breda aan bij de Turnhoutse pelgrims en dat was meteen het startsein voor de bedevaart vanuit Nederland.
Naast historische factoren speelde ook het toeval een rol in de keuze van Hakendover als bedevaartplaats. In het voorjaar van 1892 bracht de familie Matthijssen een bezoek aan de familie van Bilsen waar het gesprek handelde over het voor hen onbekende Hakendover. Hun nieuwsgierigheid was gewekt en samen met een paar anderen stapten zij de daaropvolgende Pasen te voet naar Baarle-Nassau, van waaruit zij per trein verder reisden naar Turnhout waar zij aansloten met de bedevaarders aldaar. De bedevaart trok hen aan want reeds een paar jaar later ondernamen zij de tocht met 160 pelgrims. In 1895 moest een extra trein worden voorzien. En die reis verliep lang niet zo vlot als in onze tijd. De Heer Meijs die de bedevaart vanaf 1901 meemaakte, schreef hierover:
"In het begin moesten wij vanuit Waspik te voet naar het tramstation den Hout-Osteind. Vanuit Dongen, Oosteind, en Oosterhout reisden we per trein met aansluiting van de pelgrims van Hank, Dussen en Raamsdonkveer naar Breda. Om 7 uur hadden we er een H. Mis in de St.-Josefkerk en na een kop koffie reisden we per trein naar Roosendaal en Essen. Daar werden wij geconfronteerd met de douane, hetgeen een grote rompslomp was en dan hals over kop de trein weer in en dikwijls was men zijn vrienden kwijt. Later werd dit beter toen de coupés genummerd waren. De terugreis vertrokken we om ongeveer 2 uur vanuit Tienen naar Essen. Daar werden we weer gecontroleerd en kwam er een Hollandse locomotief voor de trein en Hollandse conducteurs. Zo kwamen we dan rond 6 uur in Breda en dan ging het weer per tram naar Oosterhout en verder meestal te voet naar huis, zodat we om 8 à 9 uur daar aankwamen. Het is wel een tocht met hindernissen, dat is tegenwoordig wel goed geregeld".
In 1899 werd de Heilig-Hartkerk langs de Baronielaan te Breda, de zetel van de bedevaartorganisatie. Datzelfde jaar werden 825 nieuwe leden aangeworven, zodat Breda niet langer aansluiting zocht met Turnhout. Ook werd tot de oprichting van het "Broederschap van de Goddelijke Zaligmaker". Toen tijdens de Eerste Wereldoorlog alle bedevaarten verboden waren, liet men een beeld van de Goddelijke Zaligmaker maken en in de Heilig-Hartkerk plaatsen. Zo ging tijdens de beide oorlogen de "bedevaart" door in de kerk.
Na de Tweede Wereldoorlog werd er meer en meer overgeschakeld op autobussen, later op eigen vervoer. Sinds 1950 sluiten de pelgrims de bedevaart naar Hakendover ook af met een bezoek aan Scherpenheuvel. Na 1964 werd het tweedaagse verblijf te Hakendover ingekort tot 1 dag.
In 1904 ging Tilburg voor het eerst los van Breda op bedevaart. De meierij zou zich in 1936 op haar beurt gaan afsplitsen van Tilburg. Ook in Tilburg gaan stemmen op om het tweedaags verblijf in te korten tot 1 dag, maar het lopen van "de grote dertien" blijft een uitdaging, en is onmogelijk bij een ééndaags verblijf. Misschien hebben zij ook veel te goede herinneringen aan hun verblijf in Hakendover! Reeds in 1901 immers vonden de bedevaarders uit Tilburg een onderkomen bij de familie Debempt langs de St.-Truidensteenweg. Toen in 1910 Maria-Theresia Debempt trouwde met Emiel Pierlé, konden zij overnachten in de vierkantshoeve langs de Meierstraat, waar wel 200 man in de schuur verbleef. Mannen en vrouwen sliepen apart, wassen gebeurde aan de pomp, en voor de vroegmis werd er - uiteraard - niet gegeten. Ook in tal van andere woningen en boerderijen en in Tienen verbleven bedevaarders. Zelfs al blijft men nu maar één dag in Hakendover, toch onderhouden de Nederlanders nog steeds goede contacten met hun vroegere gastfamilies. Naar verluidt sliepen bedevaarders sommige jaren zelfs op straat omdat ze nergens nog een onderkomen vonden.
Hiermee is nog lang niet alles gezegd over de bedevaart naar Hakendover. Hoe het ook zij, wij hopen dat u blijft komen, bedevaarders.