grade

Paasmaandag


Hakendover heeft geen patroonheilige, de kerk is gewijd aan God zelf, omdat hij volgens de stichtingslegende meebouwde aan de kerk.

Daarom viert Hakendover jaarlijks kermis op Pasen (de verrijzenis!) en meer bepaald op paasmaandag. De dorpelingen vieren uitgebreid feest. Het dorp leeft op tijdens die dagen met een "foor" en talrijke gelegenheidscafés.

Hakendoverwijn


Op Hakendoverwijn viert Hakendover het feest van de kerkwijding. Deze kermis is nauw verbonden met de dertienmaalbedevaart. Beide vinden plaats midden januari.

Hakendoverwijn heeft dus niets te maken met wijn, zoals velen denken, maar het is sowieso een fijne reden om te feesten.

Elk dorp kent 2 kermissen

een kermis op het feest van de kerkwijding
één op de feestdag van de patroon

Unsplashed background img 2

Ker(k)mis

Paaskuis

Wie op de hoogdag van Pasen en vooral Paasmaandag vrienden, kennissen en familieleden wil ontvangen, is weleens vooraf in de weer met « de paaskuis ». Tot in de uiterste hoekjes en kanten wordt alles afgestoft, afgeborsteld of afgewassen, als is het een bevestiging van de leuze « een nieuwe lente, een nieuw begin ». Tal van voorwerpen die sinds de vorige paaskuis het licht niet meer hebben gezien, worden weerom afgewassen, alhoewel geen enkele bedevaarder of bezoeker ze te zien zal krijgen. In ECHO's (van april 1964) schreef de Boerinnengilde: « Het paasfeest is zeer dichtbij. Met al onze kracht en hoop op een beetje zonnig weder hebben wij onze jaarlijkse grote schoonmaak gedaan. Er bleef ons weinig tijd over voor onze huisgenoten, die, als het etenstijd is, knusjes aan tafel schuiven. Een opgewonden en vermoeide huismoeder kan onmogelijk ten dienste staan van haar gezin. Hebt u zich niet laten meeslepen door de voor ons onontbeerlijke grote kuis ? Zagen wij onze gezinsleden graag thuiskomen en hebben wij hen de deur niet uitgewezen, omdat wij met onszelf geen weg meer wisten van overspanning ? »

Gelegenheidscafés en danstenten

Heden ten dage trekken de feestende dorpelingen naar de gelegenheidscafés en het « paasbal » in het « Ontmoetingscentrum ». De uitbaters die de hulp krijgen van kennissen en familieleden, doen die dag gouden zaken. De stevigste uitgaanders vind je reeds op zaterdagavond. De avond van Pasen is traditioneel de rustigste avond, want de volgende dag moet iedereen vroeg uit de veren om familieleden te ontvangen of om mee op te stappen in de processie. Op paasmaandagmorgen zitten de cafés reeds zeer vroeg vol met bedevaarders, hoofdzakelijk Nederlanders. Na de processie barsten ze vrijwel uit hun voegen. We treffen er een bont allegaartje van bedevaarders uit binnen- en buitenland, ruiters, dorpelingen, leden van de fanfare, rodekruisvrijwilligers ... Bij Simons staan de paarden alvast tot op de stoep. Paasmaandagavond draait de kermis tot in de late uurtjes, en dan zien we ook nog tal van « vreemden » tussen de uitgaanders. Paasdinsdag sluit het geheel af, beginnend met de « koers » (wielerwedstrijd), waarbij de kermisgangers gedrumd staan achter de dranghekkens.

Vanaf 19 uur start de fanfare met haar jaarlijks (nog jonge) traditie : een kroegentocht langs de gelegenheidscafés. Op deze avond is zowat iedereen op de been. Iedereen wil blijkbaar wat ontspannen, en de « zware » voorbereidingen tot het paasgebeuren van zich afzetten of vergieten met een pot nat. Het weekend na Pasen, was er jarenlang nog slechts één gelegenheidscafé open (Simons). Ook kan je dan naar het bal in het Ontmoetingscentrum.

Als we de ouderen onder ons mogen geloven (en dat zullen we maar doen) dan zag het uitgaansleven er in vroeger tijd heel wat anders uit. De cafés zaten dan hoofdzakelijk vol met bedevaarders die daar meestal ook bleven slapen (nu nog bij Simons). Het feestend volk kwam aan zijn trekken in de talrijke danstenten. En er waren er heel wat ! Op het kruispunt van de Bosveldstraat en de Processieweg alleen al bevonden er zich drie. Vooreerst was er de danstent van « Petot » (oorlogsburgemeester geweest te Tienen) in de weide van Dumont. Aan de andere kant van de Beemdstraat stond de tent van een eigenaar uit Scherpenheuvel. Wellicht het meest beroemd was het « Spiegelpaleis » met zijn prachtig orgel in de boomgaard van Sissen. Nadat er tijdens de Tweede Wereldoorlog vijf jaar geen kermis had plaatsgevonden, sloegen deze mensen uit Vertrijk hun tent op in de wijde van Piës. Dat de kermis van Hakendover heel wat belangstelling kende bij het jonge volk, blijkt uit de uitdrukking die tot heinde en ver in de mond wordt genomen : « Als ge in Hakendover tijdens de paasdagen geen lief vindt, dan vindt ge nooit een lief ». Laat ons samen met de talrijke ongetrouwde jongelingen uit Hakendover hopen dat dit niet helemaal juist is.

Kermis

« Nog steeds worden de meeste kermissen gehouden op de dagen die herinneren aan de oprichtingsdatum van de parochie of de wijding van de kerk. Het is het kerkwijdingsfeest dat later ook de betekenis kreeg van de viering van dit feest, soms gepaard gaand met processies, een jaarmarkt ... » (GNLE)

Zo viert Hakendover tweemaal per jaar kermis. De eerste keer bij Hakendoverwijn (wijn = wijing = wijding), dit is de eerste zondag die volgt op 16 en 17 januari, de dagen van de traditionele winterbedevaart, het « dertienmaal ».

Een tweede keer viert Hakendover kermis tijdens de paasdagen en meer bepaald op Paasmaandag, ter gelegenheid van de paardenprocessie. Dat is traditioneel ook de dag waarop familieleden en kennissen op bezoek komen om met de gastfamilie « hun kermis te vieren ». Velen besparen koste nog moeite om de genodigden aan een rijkelijke feestdis te ontvangen.


Foor

Het woord « kermis » heeft heden ten dage echter aan betekenis ingewonnen. Bij het horen van dat woord denkt men nu hoofdzakelijk aan molens, vis- en schietkramen, botsauto's ... In de volksmond heeft men het over de « foor », in Hakendover de « foeër » (van het Latijnse « feria », feestdag). En als we de verhalen van ouderen voor waarheid nemen, dan « was Hakendover één foor ».

In « Bompa, as Pikke Stijkès vertélt » van Leon Rubbens, lezen we : « In Hakendover stonte ter euveral kérremesbarakken en ich veulde mén hèt in ménne schoen vallen as ich de woofels én de frit rouk ».

Op de weide van Bourmanne (thans : Deblauwe) over Sissen stond een « echt » circus met leeuwen, en wat verder kon men in een provisoir ingericht theater toneelstukjes bijwonen. Ouderen hebben ook de mond vol over de « kakkewallek » (de « cakewalk »), een rolband die heftig heen en weer schudde, zodat het moeilijk was recht te blijven staan.

Naast de foorkramen waren vroeger ook vele kraampjes die souvenirs verkochten, zoals we die nu nog zien in Scherpenheuvel. Iedereen probeerde een centje mee te pikken, en sommigen verkochten aarde van het kerkhof en water van de bron. Dit waren voor de bedevaarders immers erg gegeerde middelen tegen kwalen en ander onheil. Ook de kerk vaarde wel bij de bedevaart. Naar verluidt deden de kerkmeesters er een ganse week over om al het offergeld te tellen. Pastoor Verlinden telde jaarlijks 2 à 3 grote zakken.

Bedelaars

Langs de straten zaten hier en daar ook bedelaars, zoals Leon Rubbens het mooi wist te beschrijven : « Déan dag wéëren het allemoël wijvenéaërs bé nen hiëlen heul klèèn pegadders van kingerkes déé allemoeël hoenger haa. En do wéëre ter zèlfs déé inins, ver nen dag och twië, hielegans blind wèdden én déé ge de wijk ter oep, antège kwamp, da ze treug zoe goed zagen as ich en géé. De Praas, lë Biënke, Ranske, De Meug, ze wéëren allemooël prezaa in Hakedeuve. Want Pooësmandag, da wéër ver heun den schoensten dag van 't jooër, nen echte prinskesdag ».

Beloken Pasen

Bleef er tot in de loop van de jaren 1980 een aantal foorkramen staan tot op Beloken Pasen, dan is dit nu volledig verdwenen. Begin jaren 1990 voor de laatste maal de processie van Beloken Pasen uit. Het enige gelegenheidscafé dat op Beloken Pasen nog open was, sloot in 1996 evenals de andere haar deuren op paaswoensdagmorgen (om precies te zijn). Ook het bal (zaterdag voor Beloken Pasen) in het Ontmoetingscentrum, kende zijn laatste editie als laatste restant van het « afsluiten » van Pasen. 

Facebook