Gans het jaar door kwamen er bedevaarders naar Hakendover. Was het niet voor de dieren of voor de oogst, dan kwam men bijvoorbeeld voor het moeilijk tanden maken bij de kinderen. Vroeger werden dan ex-voto's geofferd, voorstellende een gebit. Ook daarin is wijziging ingetreden: jonge moeders offeren nu 32 aaneengeregen nikkeltjes van 5 cm. (NVDR: Thans ziet men evengoed fopspenen, kleertjes, ...) Tegen bedwateren bij groot en klein werden negenden gedaan, voor een zeer oud Mariabeeld dat werd vereerd (!) onder de wel zeer vulgaire naam "Marie de Bedzijker". Voor kinderen die beginnen te wenen als men ze beziet, is het "Sint Jan den Huilaard" die genezing moet brengen. Te Grimde zeggen de volksmensen soms nog tegen hun schreeuwende kinderen: "Als ge zo blijft schreeuwen, zullen we met u naar Hakendover gaan en u met uw bakkes tegen de teen van Sint Jan den Huilaard duwen." Deze beide beelden staan weerszijden van de "Ecce Homo". Ook daar werden allerhande voorwerpen neergelegd zoals stukken van kinderdoeken en lakens, haarklissen en breukbanden. Ook prikte men met naalden in de voeten van de "Ecce Homo" en deze naalden moesten dan dienen om gezwellen en zweren mee open te prikken. Maar het spreekwoord "geen sant in eigen land" blijkt ook hier van waarheid te zijn, want de inwoners van Hakendover hadden 'geen' vertrouwen in hun heiligen en gingen daarom elders om gunsten af te smeken:
In deze lijst vinden we alle parochies terug die naar processiegewijs naar Hakendover kwamen tijdens het feest van Hakendoverwijn. Is er een verband?
Robert Morren
Het gelijke met het gelijkende genezen
Op de dag van de bronwijding werd het bekken en het beeld met vlaggetjes, lover en bloemen getooid om deze korte plechtigheid meer luister bij te zetten. De weg van de kerk toto de bron was met zand, gekleurde papiersnippers en vroege bloemen bestrooid. Na de liturgische plechtigheid der wijding keert de priester naar de kerk voor het celebreren van de Hoogmis. Voor vele jaren zocht men naar de "paasnagel" die volgens oude inwoners in de kaars moest steken en bij de gang van en naar de bron wel eens veloren ging. Wie de paasnagel vond, bewaarde hem als een groot relikwie. Dit gebruik is reeds zeer lang uitgestorven. De paasnagels zijn de vijf gewijde wierookkorrels die op paaszaterdag in de paaskaars werden gestoken. Alom werden ze beschouwd als een krachtig afweermiddel tegen heksen. Op O.-L.-H.-Hemelvaartdag zijn in ieder huis de naaste bloedverwanten op bezoek, want het is "papkermis". Na het middagmaal komen de schotels goudgele rijstpap op tafel en moet daarvan gegeten worden, buikje sta bij. Spottenderwijs wordt dan wel eens gezegd dat rijstpap, klaargemaakt met pas gewijd bronwater, niet kan aanbranden, er wel op doelende dat in de "goei" rijstpap geen water mag gebruikt worden.