In "De Halle, katholiek weekblad van Ieper" verscheen op zondag 20 augustus 1939, vlak voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog, een artikel over de eerste wereldoorlog in Hakendover.
1914
1 Oogst... versterkte verdesvoet.
3 Oogst... mobilisatie.
4 Oogst... oorlog.
In den nacht van 3 op 4 Oogst lag ons bataljon in de omgeving van Hakendover toen de Kommandant in 't holle van den nacht, die zacht en mild was na een drukkenden zomerdag de wachthoudende "gradés" bijeenriep en hen met bevende stem mededeelde: "Messieurs, c'est lag geurre": "Heeren! 't Is oorlog...".
En onmiddellijk werd de nacht een spelonk vol verschrikkingen... Alles kreeg een ander uitzicht. De boomen werden dreigende reuzen met wurgende grijparmen. De sterren knipoogden als zooveel glimmende oogen van loerende roofdieren. De honden huilden nood en dood. De verre rommel van aanrukkende artillerie, zwelde tot een donder van een aanrollenden springvloed...
In het Oosten hing de geheimenis van de schrikwekkende bedreiging en het geritsel van het rijpende koren was vol onheilspellend gefluister...
... Oorlog.
Dat woord had een onmiddellijke betekenis: vechten... schieten... sterven.
Waarom?
"VLAMINGEN GEDENKT DEN SLAG DER GULDEN SPOREN..."
"EEN VOLK DAT ZICH VERDEDIGT STERFT NOOIT".
Was dat niet voldoende voor jongens van twintig jaar?
En dan die ongehoorde woordbreuk, die minachtende pretentie van den Keizer om ons zonder meer onder den voet te loopen. De schaamteloosheid van dat voorstel om onze eer prijs te geven voor een belofte: "We zullen u betalen!"
We waren op den slag "patriotten" geworden en al werd het ons wonderlijk te moede rond het hart, en al kropte 't in de keel we zouden ons jong leven niet sparen, ons geven lijf en ziel voor de onverdachte zaak van "EER EN RECHT!"
En we deden het... Halen... St. Margareta-Houtem, Tienen, Leuven, Mechelen, Antwerpen, Gent, de IJzer. Drie maand slag na slag... vuur, bloed, vernieling, dood. En dan nog negen en veertig lange maanden... oorlog.