Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

De Laatste Groet

De zonden van de wereld

Moesten de mensen van vroeger terugkomen, die zouden ogen opentrekken! Het is toch allemaal 't een en 't ander geworden. 

Hoe vaak heb ik dat gehoord bij ons aan de keukentafel. Dat kon het gevolg zijn van iets zien op de TV of iets lezen in de gazet. Gelukkig hadden ze thuis de "goei" gazet, want zo hadden ze het nog geleerd op school en vroeger op de preekstoel van de pastoor. Er waren goei gazetten en slechte gazetten, zoals er ook goei boeken en slechte boeken bestonden. 

Maar tegenwoordig, door de TV, zag ge niks anders dan miserie meer. Al dat schieten en dan die seks allemaal op TV. Het is toch ver gekomen enz enz. Vie, is het niet waar, Vie? Ja,antwoordde Vie, daar komt niks anders als miserie op die TV. Goei nieuws, dat ziet ge niet! Het is altijd miserie en ellende. 

Mensen op de bank aan Vie van Schoels.

De TV, die stond bij ons in de keuken. Zodanig dat ge eigenlijk altijd maar op één plaats moest zijn in huis. In de keuken daar werd gekookt en gegeten, afgewassen, gestreken en kousen gestopt, gepraat, gelameerd, verhalen verteld. Op zaterdag namen we er zelfs één voor één een bad in een bassin. 's Morgens zat de keuken vol met mensen die melk kwamen halen en dan werd daar als was het een deel van dagelijkse taak, dat heb ik al dikwijls verteld, alle miserie van het dorp en van de wereld en van de politiek op tafel gegooid. Letterlijk en figuurlijk. Van de vooruitgang die voorzeker niet alleen een achteruitgang maar ook misschien wel de ondergang zou zijn van al het goede dat ze allemaal hadden gekend. 

Moesten ons ma en pa zaliger terugkomen, die zouden ogen opentrekken! 

Het mocht zijn wie dat het wou, die dit uitsprak, maar ieder daar rond de tafel of op een stoel tegen de keukenmuur, knikte dan instemmend. 

Het is allemaal wijd gekomen. Dat hoorde ge vroeger toch niet, niet waar?

Ja, zei Gaby, ik heb dat nog tegen de zoon gezegd zondag. Die nemen een bad en die nemen hun kinderen mee in bad. Kunt ge u dat voorstellen? Dat ge daar in uw blote in het bad ligt en uwe kleine ziet u daar zo zitten? Ja, hij gaat met de jongens in bad en zij met de meiskes. Ahha... dat had in onze tijd toch niet waar geheten? Maar ja, dat is de moderne tijd, en we moeten mee met de tijd. 

Zo had ieder daar rond de tafel wel wat in te brengen, van zaken die vroeger toch wel veel beter of op zijn minst anders waren. Over hoe het eigenlijk allemaal altijd maar achteruitboerde met de wereld. 

Ja Julie, het is allemaal iets,zei Greta. Greta dat was de enige die daar schoon Vlaams sprak aan tafel. Zo op de letter schoon dat ge, als ge goed mikte, een nagel door elk woord kon kloppen. Enfin, bij wijze van spreken tenminste. We moeten daar in mee, daar kunnen we niets aan doen. 

Als je dat allemaal hoorde en erover nadacht als jonge gamin, dan had ge het gevoel dat ge, tegen dat ge even oud was als de meeste andere mensen daar rond tafel; automatisch in de hel zou terechtkomen, hier op aarde zelfs. Hoe braaf ge ook elke week naar de mis ging of uw weesgegroetjes aframmelde in uw bed voor het slapengaan. Het ging alsmaar verder bergaf. Hoe gaat dat aflopen? Niemand die het wist daar rond de tafel. 

Moesten ons ma en pa zaliger terugkomen!

Als we 's avonds rond de tafel en van in de zetel samen naar het TV zaten te kijken, dan zag ge direct als er iets opkwam dat, naar het gedacht van ons moeder, een ingrediënt voor de verdere ondergang van de wereld was. Er moest maar een stukske blote borst of bil in beeld komen, of ze stond stilzwijgend op en drukte op een van de zeven knoppen van de TV om naar een andere "post" over te schakelen. Veel woorden werden daar niet aan vuilgemaakt. Cowboys en Indianen die in het Duits tegen elkaar riepen en elkaar neerschoten vanaf hun paard, of een oorlogsfilm waar tanks heel der dorpen plat kogelden, dat was altijd nog minder erg dan een stuk blote borst. Want dat laatste, dat was de ondergang van de wereld. 

De jaren stillekes 

Tekening Servaes Kinnart. Vanuit de woonkamer keek je de koeienstal binnen. 

1927. Ons moeders geboorte. Dat ging toen nog niet door in de kliniek of het gasthuis te Tienen, dat gebeurde thuis in bed. De trap van de slaapkamer daalde af naar de woonkamer en keuken, al was daar in die tijd nog geen verschil tussen. Aan één uiteinde van de woonkamer stond de soep te koken op de Leuvense stoof. Recht tegenover de stoof was de deur naar de gang die uitkeek op de koeienstal. Vanuit de zetel aan de stoof, zag ge de zwiepende staarten van de koeien. Wilde ge niet te veel vliegen in de soep, dan kon ge die deur voor het eten beter dicht doen.   

De legumen waren van eigen gewin, just gelijk ook de patatten en het vlees. Tegen de muur van de lemen hoeve was een deksel met daaronder de waterput waar de vroedvrouw water ging halen om de lakens uit te wassen. De vloer van de woonkamer was niet meer dan aangestampte aarde, geen plaveien zoals in huis van de notaris of in de pastorij. In de Goede Week voor Pasen bestrooide mijn grootmoeder Maria die met wit zand, want bij Pasen dan kwam in Hakendover heel de familie over de vloer. Fietsen en auto's en tractors en camions, die waren er al wel, maar die zag ge in een dorp als Hakendover omzeggens niet. 

Op Paasmaandag verzamelde de familie voor het huis van Lammes.

De wereld stond nog stil in die tijd. Buiten de seizoenen en het groeien en ouder worden, veranderde het allemaal bitter weinig. Het ging allemaal stil en op het gemak. Het waren de jaren stillekes nog. De wereld was nog in zwart wit met hier en daar een tintje grijs, zo lijkt het wel. Het was voor de meesten allemaal eender en op het gemak. Het was goed en het veranderde niet. Zo lang alles maar bij het oude bleef, dan zou eenieder zelfs een oorlog doorstaan. 

Stephania werd doodgebliksemd toen ze in het veld op het Begijnhof aan het werk was.

Zo kwam de zon elke morgen op in het oosten en de hanen op de mesthopen in het dorp staken elkaar aan met hun gekraai. Ze riepen hennen en mensen tot de orde van de dag, zoals hun illustere voorgangers dat met de heilige Petrus hadden gedaan. Zoals de pastoor het in de Goede Week meermaals in de kerk vertelde. De boerenmensen deden stil wat ze moesten doen, zonder daar na jaren nog al te veel over na te moeten peinzen. Op zondag ging eenieder naar de mis en 's avonds verzamelde het mansvolk aan de boerderijen om daar hun klapke te doen. Zo was het altijd geweest en zo zou het iedere dag voor altijd zijn. 

Dan ging de zon zacht naar onder en kleurde de wolken en de hemel in het westen met zacht pastel gelijk die grote schilders waarvan de werken de muren van de kerken vulden. Vanaf nu tot in der eeuwigheid. 

In de zomer maaiden boeren met pik en pikhaak, legden schoven in mandels en tasten schoven op oogstkarren. In de druilerige koude van de wintermaanden, timmerde het repeterend gehamer van dorsvlegels het graan van de schoven los in al even veel schuren. De bakovens in de boerderijen brandden broden. Met een laag boter of reuzel verdwenen ze in even veel boerenmagen. 

Zo was het altijd geweest. In de lente en vroege zomer schoten langs de veldwegen wilde bloemen, klaproos en margriet en korenbloem in een zee van wedeblauw. De winters waren strenger en de koude kroop langs uw tenen omhoog in uw beenderen. De mensen vulden hun klompen met stro en trokken dikke wollen sokken aan. Een kind of ouderling die werd geveld door een kou op de longen, moest vechten en vrezen voor het leven. Rond de buitenmuren van de kerk lagen de graven van al die kleine kinderengeltjes die hun gevecht hadden verloren. Het zaaien, het groeien en het oogsten.  

Toen kwam de oorlog, gelijk een storm die vanuit de verte binnenrolt. Zoals een eerste weerlicht de zwaarblauwe lucht doorprikt. Voor één keerde daagde het niet in het oosten, maar kwam een alles verzengende duisternis uit het oosten het land binnengerold. Een bliksem. Weerom een oorlog. Alsof de vorige nog niet groot genoeg was. Alles werd anders. Voor goed, voor altijd. 

De Laatste Groet

Al voelden die mensen uit de oude tijd wat onmin voor de immer veranderende moderne tijd, we pardonneren het. Of eigenlijk moeten wij onszelf pardonneren. Uw tijd was schoon, stil en rustig en meer op het gemak. Als wij als jongeren u soms te weinig hebben verstaan, neem dan deze ootmoedige pardon aan. We hebben veel te min begrepen hoe ge met de wieken van de windmolens der moderne tijd werd meegetrokken. Alles wat altijd was geweest, werd altijd en gedurig anders. De jaren stillekes werden de jaren van versnelling alsof ge uw auto van eerste naar vijfde vitesse trok. Alsmaar rapper en sneller. Ieder van u werd neergeklopt door de alsmaar versnellende dorsvlegels van de vooruitgang. 

We brengen hier een laatste groet, een laatste pardon. Het is te hopen dat ge het nog hoort of ziet of leest. Want in uw hemel waar de meesten onder u geheel hun dagen hier  naartoe hebben geleefd, daar geloven wij al lang niet meer in.  

Contacteer ons nu