Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

Vuur en duisternis

Koninckx voelde de ouderdom als de winterkou in zijn botten. Witte haren lagen als een deken van sneeuw op zijn hoofd. Elke boer die zijn gelaat in ogenschouw nam, dacht ongewild aan de voren van een pas geploegd veld. Hij voelde het nakende einde in zijn botten. De kerk en de mirakels die de draad van zijn eigen leven hadden gesponnen, waren in gevaar door het naderende onheil dat als het gerommel van nakend onweer in de lucht hing. 

Over de heerbaan vanuit Tongeren was het Verenigde leger van Oranje in opmars. Kardinaal-infant Ferdinand van Oostenrijk probeerde de opmars te stuiten, ook al leek er geen beginnen aan. Het keur van zijn leger bracht hij onder in het dorp. Onder leiding van de officieren trokken de soldaten van huis tot hoeve om het laatste graan te verzamelen en onder te brengen binnen de stadsmuren. Het dorp was bang. Niet alleen dreigde hongersnood, maar tevens groeide de angst dat zij niet bestand zouden zijn tegen de moordzucht van de Goddeloze Geuzen. 

In De Wildeman overlegden de mannen van het dorp, na wat potten bier, over hoe ze het dorp en de kerk zouden verdedigen tegen de duivelse Geuzen. Hoe vlotter het bier vloeide, hoe groter de heldenmoed. Een Gilde van boogschutters moest er komen. Dan konden ze vanuit de kerktoren en van achter hoek en kant de ketters bestoken nog voor ze de nabijgelegen stad konden bereiken. Verder 19 dan deze Heilige Plaats zouden de Geuzen niet komen. Dat was zo waar en klaar als het water in de beek. De hoofdman van het Italiaanse garnizoen zou hen wel wat onderwijzen in de kunst van het boogschieten en hoe je gericht kan mikken om de vijand net onder de helm in de nek te raken. Dood aan de Geus! De mannen die die avond in De Wildeman met het bier van Peyssens de angst wegspoelden, vergaapten zich aan het blazoen van de Italiaanse boogschutters in het tentenkamp aan de Heerweg. Daarop stond Sint-Sebastiaan, hun patroonheilige. Die goedheilige man was als christelijke martelaar onder een regen van pijlen gestorven in Milaan. Het dorp had een eigen Gilde van Sint-Sebastiaan nodig. 

Op vijf juni van dat jaar, net na het feest van Hoogwaardig, kreeg het garnizoen de opdracht om verder te trekken. Het dorp bleef verweesd en angstig achter. Een deel van de soldaten die maanden lang in een tentenkamp in de weiden tussen Dieperik en Heerweg hadden verbleven, namen afscheid. Ze beloofden weer te keren, eens de Geuzen waren verdreven. Maar zweren zich aan die belofte te houden, dat durfde geen een. Een paar gildebroeders gaven gehoor aan de oproep om de stad te verdedigen. Maar bij de meeste gildeleden sloeg de heldenmoed al snel om in angst. Of ze kregen bij thuiskomst een litanie van hun vrouw te horen… 

Waar haalde je het in je hoofd om tegen de Geuzen ten strijde te trekken? Had je al eens gedacht aan mij, uw vrouw en aan onze pagadders? Van de groep helden, bleef de volgende morgen minder dan een handvol over. 20 Die zondag nog had Sambeeck van op zijn preekstoel in de kerk gepoogd de dorpelingen wat moed in te spreken, maar zelf was hij er ook niet gerust in. Hij las voor uit het evangelie van Mattheus en voor één keer deed hij dat in de taal van het volk: 

“Ik zend u als schapen midden onder wolven; weest dan voorzichtig als slangen en argeloos als duiven.” 

Na de mis overlegde de oude Koninckx dat het teken op het gewelf wel degelijk geen toeval kon zijn geweest. Dat het onweer en de lichtende boodschap een waarschuwing waren geweest van de Allerhoogste. Ze wachtten de avond af en brachten de kerkschatten onder op een geheime plaats, daar waar geen vijand hem ooit had gevonden. Ook vroeger hadden ze dat gedaan, toen een bende muitende soldaten de toren in brand had gestoken. 

“In omnibus actionibus prudentia”
(in alle handelingen is voorzichtigheid geboden) 

De Spaanse gouverneur Martino de los Arcos kreeg de leiding over de verdediging van de stad. Amper 1200 soldaten bleven in Tienen achter, aangevuld met 300 keurlingen uit Artois en de boogschuttersgilden uit de stad en de wijde omtrek. Maar veel vertrouwen op een goede afloop hadden ze niet. De morgen van de laatste dag stonden burgers en kloosterlingen gewapend op de vestingmuren. Een leger van 60000 man naderde als een onophoudelijke vloed van mieren de stadsmuren. Voor hen uitgedreven, wat dorpelingen uit Wommersom. 

De Brand van Tienen, interpretatie Kris Merckx
 “Geeft u over,” riepen ze,
“Wommersom staat in brand!
Ze hebben geplunderd en geschandaliseerd.” 

Gildebroeder Jan, die thuis zijn oude moeder en zijn lief alleen had gelaten, om hier op de stadsvesten tegen de Geuzen te strijden, vreesde dat zijn dorp hetzelfde lot zou ondergaan. Met amper 5 pijlen in zijn koker, wat kon hij hier beginnen? Wat wachtte hem anders dan de dood? 

Martino de los Arcos weigerde om op de vraag tot overgave in te gaan, maar de munitie slonk al even snel als de moed van de verdedigers. Moest hij dan toch met dit helse addergebroed onderhandelen? 

Ondertussen drongen de Geuzen de stad binnen. Ze plunderden grote en kleine kerken, kloosters en burgerhuizen, zogezegd om het Paapse geloof tot stilstand te brengen. Door een onvoorzichtigheid ontplofte een vat buskruit en schoten een aantal huizen in brand. De Franse soldaten meenden dat dit de bedoeling was en staken de rest van de stad in brand. Vrouwen en meisjes werden verkracht en vermoord. Stedelingen en verdedigers als vee afgeslacht. De plunderende soldaten trokken de omgeving en de dorpen in. 

"Den Fransman: 't Vleys is hier te dier
'k Smacht van honger schier D'Hollander
moeter an Den Geusen-Hollander:
't Vleys is hier te dier 't uwe niet Franceman" 

Jan zeeg neer, net als de mantel van zijn geliefde Blanche toen ze de eerste keer naast hem sliep. Elke liefde ebde weg en haat vulde zijn hart voor de woeste Geus die hem neerstak. De slang uit de Hof van Eden. Een roedel woeste wolven verslond stad en dorp. Naast hem, argeloos voor al het geweld en de woede om haar heen, pikte een duif een korrel tarwe weg.            

Lees hoofdstuk 9

De Brand van Tienen, interpretatie Kris Merckx
Contacteer ons nu