Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

Sergeant Julien Kinjet

Auteur: Jan Kinjet, naar het dagboek van Julien Kinjet.

Het dagboek van Jules Kinjet
  

Julien Kinjet, geboren in Tienen op de laatste dag van december 1913, woont samen met zijn ouders Louis Kinjet en Fien Maria Struyven op de Oude Steenweg. Jules' vader werkt, net als velen uit de streek, in de Tiense suikerfabriek. Zijn moeder, een voormalige dienstmeid afkomstig uit Oorbeek, verloor op éénjarige leeftijd haar vader, Leonard Struyven, een veldwachter van het dorp. Hij liet het leven tijdens een vuurgevecht met een lokale stroper op 20 oktober 1890. De jonge Jules bracht een groot deel van zijn jeugd door bij zijn grootmoeder, die ondertussen hertrouwd was.

Over het laatste jaar van de "Groote Oorlog" heeft Jules slechts vage herinneringen. In de nacht van 4 op 5 maart stortte een Duitse Zeppelin neer in de weilanden van hoeve Kruisbeemd, waarbij ongeveer twintig bemanningsleden omkwamen. De streek van Tienen was in de ijzeren greep van de Spaanse griep; ook Hakendover was getroffen en veel families waren in rouw gedompeld. Wonder boven wonder bleef de familie Kinjet gespaard. In de nasleep van de oorlog ontplofte een achtergelaten Duitse munitietrein op 21 maart 1919 in het station van Grimde. Een bom boorde zich door het dak van de schuur en viel voor de voeten van moeder Vivina, die daar de was aan het doen was, maar explodeerde gelukkig niet.

Na het afronden van de jongensschool in Hakendover volgde Jules lessen aan het Koninklijk Atheneum van Tienen, waar toen nog in de taal van Molière werd gedoceerd. Na zijn humaniorastudies werkte hij een tijdje op een kantoor nabij de Tiense suikerfabriek.

Op 10 oktober 1930 nam Jules dienst in het leger en werd ingelijfd als vrijwilliger bij het eerste regiment Karabiniers. Na zijn bevordering tot korporaal volgde Jules de cursussen voor sergeant in de schoolcompagnie, waar hij met vrucht slaagde. Vervolgens muteerde Jules naar het zevende linieregiment, gelegerd in de Dossinkazerne te Mechelen. Op 4 november 1934 trouwde Jules met Alida Maes, een vruchtbare relatie, want op 27 april 1935 zag hun zoon Achille het levenslicht.

Omwille van het destijds geldende reglement dat vereiste dat er eerst een plaats vrij moest komen om als sergeant benoemd te worden, was een mutatie noodzakelijk om de zilveren sergeantstreep te krijgen. Op 26 december 1935 was het eindelijk zo ver! Jules muteerde naar de tiende compagnie van het derde bataljon van het twaalfde linieregiment, gekazerneerd op de Luikse Citadel. Zijn echtgenote en kind volgden hem en woonden in de buurt van “L'escalier de Bueren” in Luik.

1936

Omwille van de Duitse dreiging krijgt het Belgische leger nieuwe bewapening en structuur.

Een overzicht van de nieuwe bewapening en de uitrusting voor de infanterie

  1. Het uniform met opstaande kraag krijgt een modernere vorm en snit dankzij het uniform model 1935 met platte kraag. Officieren kleden zich voortaan met open kraag. Een stevigere helm met een agressievere leeuw is reeds ingevoerd in 1931.
  2. Het Mausergeweer model 1889 wordt vervangen door het kortere en lichtere model 1935. Dit geweer heeft een gewicht van 3,9 kilo, een lengte van 1,10 meter en gebruikt munitie van 7,65 mm (model 1930).
  3. De V.B. (Viven Bessiere)-granaatwerpers, die werden afgeschoten met het Franse Lebel-geweer, krijgen een modernere opvolger in de vorm van D.B.T-granaatwerpers, een ontwerp van het Belgische bedrijf Denys-Bertrand-Troisfontaines. De reikwijdte van de granaten bedraagt tussen de 100 en 600 meter. Het gewicht van de granaten is 600 gram; de granaatwerper zelf weegt 8 kilo.
  4. Het pistoolgeweer Schmeisser (model 1934) maakt zijn intrede. Dit wapen weegt 4,100 kg en is geschikt voor 9 mm Parabellum-munitie.
  5. Als vuistvuurwapen krijgt het leger het pistool G.P. (Grande Puissance) model 1935, dat eveneens 9mm Parabellum-patronen afvuurt.
  6. Het mitrailleurgeweer Browning model 1930, van Amerikaanse makelij, met .30 munitie, blijft behouden.
  7. Het gasmasker model 1936 vervangt het model 1924.

1937 - Stilte voor de storm

Op 26 maart krijgt majoor Hosdey (1893-1975) het bevel over het 3e bataljon. Door de decentralisering van de bataljons zware wapens op divisie-echelon, wordt aan alle infanterieregimenten een bataljon zware wapens toegevoegd.

De eerste drie bataljons van het regiment zijn samengesteld uit 4 compagnies, waarvan de eerste 3 fuseliercompagnies zijn. De 4e compagnie is een ondersteuningscompagnie, uitgerust met Vickersmitrailleurs.

Het 4e bataljon van het regiment krijgt de volgende wapens toebedeeld:

  1. Compagnie mitrailleurs (13e compagnie)
  2. Compagnie C47 (14e compagnie)
  3. Compagnie mortieren 76 mm (15e compagnie)

Het antitankkanon C47 F.R.C Model 1931, beter bekend onder de troepen als de “Quat'sept”, is op dat moment het beste van zijn tijd op het gebied van antitankbewapening. Het kan een Duitse “Panzer III of IV” doorboren op een afstand van 300 meter. Met een gewicht van ongeveer 500 kg en een reikwijdte van 4 km is het wapen onovertroffen. Het wordt getrokken door een Vickers-Carden-Loyd-tractor op rupsbanden.

Op divisie-echelon wordt er een gepantserde compagnie uitgerust met T13 gevechtswagens; een chassis van een Franse Renault-tank, met een kanon C47 gemonteerd in een halfopen gevechtskoepel.

1938 - Mobilisatie

Op 16 mei komt de lichting 1938 onder de wapens. Deze jongens, grotendeels bestaande uit Brabanders en Limburgers, worden ingelijfd bij de tiende compagnie tijdens een kampperiode te Elsenborn. Een peloton wordt samengesteld onder het bevel van Onderluitenant Van den Berghe. Jules geeft les in drill en bewapening. De indeling van de gevechtsgroepen gebeurt naar streek, zodat men kan spreken van Leuvense, Tiense, Brusselse, en Limburgse gevechtsgroepen. Hiervan krijgt Jules de groep afkomstig uit de streek van Leuven onder zijn commando.

Een gevechtsgroep bestaat uit twee ploegen, telkens aangevoerd door een korporaal. De eerste groep bevat een mitrailleurschutter met een Browning M.G.30 en vier bevoorraders. De tweede groep bestaat uit vijf soldaten fuseliers en een V.B. granaatwerper met bevoorrader. Een sergeant voert het bevel over het geheel.

Het hele peloton, bestaande uit 4 gevechtsgroepen, krijgt opleiding aan de oevers van de Maas. Het leggen van bruggen en het ontwortelen van bomen om hindernissen aan te leggen behoort tot de vaardigheden. Knopen leggen en zwemmen worden ook bijgebracht.

In augustus doet het regiment onder begeleiding van het muziekkorps opnieuw zijn intrede in de garnizoensstad Luik. Een wetswijziging maakt op vier oktober van het twaalfde linie een eentalige eenheid, met het Frans als voertaal. Omdat het 3e bataljon onder het bevel van majoor Hosdey een Nederlandstalige eenheid is, wordt het op zesentwintig december omgeruild met het eerste bataljon van het drietalige veertiende linieregiment, gelegerd in de oude vesting Chartreuse aan de andere oever van de Maas.

Door de inval van de nazi’s in het Tsjechoslovaakse Sudetenland wordt het Belgische leger vanaf 27 september 1938 op versterkte vredesvoet gebracht; vijf klassen reservisten krijgen hun oproepingsbevel om de actieve eenheden te gaan versterken. Op 2 oktober worden de wederopgeroepenen weer naar huis gestuurd.

1939 - De oorlog dreigt

Op 1 september 1939 valt het Duitse leger Polen binnen na het "Gleiwitzincident", een valse-vlagoperatie. Op 17 september lanceert Rusland ook een offensief op Pools grondgebied in het oosten. De Tweede Wereldoorlog is daarmee een feit. Op 3 september 1939 verklaren Frankrijk en Engeland de oorlog aan Duitsland. Koning Leopold III, volgend op het voorbeeld van zijn vader Koning Albert I, neemt het opperbevel van het Belgische leger. Hij zorgt ervoor dat de regering verklaart dat België zich niet wil mengen in het Duits-Poolse conflict en zijn neutraliteit wil behouden.

Mobilisatieprocedure

Fase A:

Op 26 augustus 1939 blijven alle actieve troepen verplicht onder de wapens. Op dezelfde dag vestigt het regiment zich in Grivegnée, waar reserve luitenant Duysinx het bevel over het 3e peloton neemt. Onderluitenant De Krahe, zoon van luitenant-generaal De Krahe, oprichter van de grenswielrijders, neemt het bevel over het tweede peloton. Op 27 augustus verhuist het regiment naar Bois-de-Breux.

Fase B:

Vanaf 28 augustus 1939 nemen de troepen de beveiliging van de grenzen en de aanvulling van de garnizoenen van de verdedigingsgordels op zich. Dit leidt tot een verplaatsing van het regiment naar Beyne-Heusay. Eind maart verplaatst het regiment zich opnieuw, ditmaal naar Seraing. Hier richten ze de elfde divisie op, met luitenant-generaal Yvan Lebert aan het hoofd. Het veertiende linieregiment maakt vanaf dat moment deel uit van deze divisie, samen met het twintigste- en het negenentwintigste linieregiment.

Fase C:

Op 1 september 1939, na de inval van Polen door Duitse troepen, roepen ze alle reservisten, met uitzondering van de diensten, onder de wapens. Reservekapitein-commandant Jozef Joosen, die zich reeds onderscheidde in de Eerste Wereldoorlog, neemt het bevel over de compagnie.

Fase D:

Op 14 januari 1940 voeren ze Fase D door. Majoor Francois Goormachtig, een veteraan uit de Eerste Wereldoorlog, wordt de nieuwe bevelhebber van het eerste bataljon. De strenge maar bekwame beroepsofficier luitenant Stephany, afkomstig uit een Duitstalige familie uit Arlon, neemt het bevel over de tweede compagnie. Kolonel Emile Hennequin, voormalig bevelhebber van de “Force Publique” in Belgisch-Congo, krijgt het bevel over het veertiende linieregiment.

1940 - het begin van de oorlog

Militair zakboekje

De laatste vredesdagen  - 25 april 1940

De elfde divisie vertrekt vanuit Seraing naar Leopoldsburg voor een periode van opleiding en training, waarbij ze de tweede divisie vervangt.

Jules neemt afscheid van Alida en adviseert haar naar Dormaal te reizen, waar haar zus Rosa woont. Dit is om niet alleen te zijn mocht de oorlog uitbreken, wat op dat moment niemand meer betwijfelt. De eerste etappe van de mars naar het kamp van Beverlo, die ongeveer 48 uur zal duren, vindt plaats onder striemende regen. Zelfs na een rustpauze blijken de kleding en schoenen niet droog te worden. Deze etappe eindigt in Zonhoven, waar het regiment tot de volgende ochtend verblijft.

26 april 1940

Vroeg in de ochtend bereikt men het kamp van Beverlo. Infanterietactieken en drill staan intensief op het programma. Op 10 mei bezoekt de koning de troepen en krijgt hij een demonstratie van de werking van het C47 antitankkanon. Het eerste bataljon van het veertiende linie, geselecteerd door luitenant-generaal Lebert, voert deze demonstratie uit met ondersteuning van het vierde bataljon, artillerie en vliegtuigen.

Donderdag 9 Mei - De laatste rustige dag

De angst voor de zogenaamde “Vijfde colonne” is groot; overal heerst infiltratievrees onder de burgers. Berichten over vermeende Duitse parachutisten die clandestiene acties ondernemen, komen vanuit alle hoeken.

Na het herhaaldelijk inoefenen van de aanvalssimulatie ten noorden van de Helchterse steenweg, trekken de soldaten naar de kantine voor een kaartspel. In de Mess voor officieren toasten ze op de goede afloop van het spektakel. Sommigen slenteren wat rond, hopend op een vergunning om net als hun kameraden naar huis te kunnen gaan.

Plotseling landen vliegtuigen – de nieuwste jagers van het Belgische leger. Er is even opschudding, maar omdat er niets noemenswaardigs dreigt te gebeuren, gaat iedereen slapen om uitgerust te zijn voor de oefening van de volgende dag.

Vrijdag 10 mei

Duitsland valt België, Nederland en Luxemburg binnen; het plan “Fall Gelb” van generaal von Manstein treedt in werking. Vroeg in de ochtend bezetten de Duitsers Den Haag, Rotterdam en de bruggen over de Moerdijk.

De onneembare vesting Eben-Emael valt onder aanval van Duitse luchtlandingstroepen en de Duitsers nemen de bruggen van Vroenhoven en Veltwezelt over het Albertkanaal in. Het Belgische leger trekt zich terug tot op de lijn Antwerpen-Namen. In de namiddag draagt het Belgische parlement (Kamer en Senaat) de wettelijke macht over aan de regering.

00.05u

Ze trekken alle lopende vergunningen in en iedereen in de Malakoffgevangenis moet zich bij zijn eenheid voegen.

01.00u

Klaroengeschal klinkt aanhoudend. Stephany informeert Jules dat de oorlog is begonnen. Jules haast zich naar de wapenkamer en overhandigt soldaat Coose - de wapenmaker van de compagnie - de witte enveloppe met alarminstructies. De situatie is ernstig. Niemand haast zich echt om zich bij het verzamelpunt aan te melden, in de veronderstelling dat ze binnen het uur weer onder de dekens liggen.

03.20u

Het regiment vertrekt, de bestemming is voor bijna niemand bekend.

04.00u

Vliegtuigen vliegen zichtbaar op honderd meter hoogte.

04.55u

Jagers vliegen voor de tweede keer over het terrein. De officieren controleren in hun kaarthouders de profielen en kentekens van de bekende vliegtuigen. "Witte kruisen en een hakenkruis op de staart? Is dit mogelijk?" De majoor stopt met zijn "sidecar" bij elk peloton: “Schieten! Het zijn Duitse vliegtuigen!”

De hemel boven Leopoldsburg kleurt rood door Duitse bommenwerpers die de achterwacht bestoken. De eerste radioberichten bevestigen dat de vliegvelden van Schaffen, Beverlo en Evere zijn gebombardeerd.

05.00u

Na een afmattende mars via Beringen, Meldert en Zelem, vangt de colonne op in Webbekom bij Diest. De eerste slachtoffers, burgers en soldaten, zijn al gevallen en een stroom vluchtelingen uit de getroffen gebieden komt op gang. De soldaten vinden onderdak bij burgers en het hoofdkwartier van het bataljon vestigt zich bij het kruispunt van de Beverlose steenweg en de Kerkstraat. Slecht nieuws: het kamp van Beverlo is volledig verwoest en ploegen graven loopgraven.

15.00u

Onderluitenant Van den Berghe vertrekt met de soldaten Coose en Dewinter in een opgevorderde camionette naar het verwoeste kamp om bruikbare materialen te recupereren. Deze missie is risicovol: ze moeten het Albertkanaal oversteken, waar de bruggen elk moment opgeblazen kunnen worden. Het geluid van bombardementen in de verte herinnert iedereen aan de realiteit van de oorlog.

20.00u

Onderluitenant Van den Berghe keert terug met de camionette, volgeladen met archieven, wapens, proviand en kookgerei. Het voertuig is zwaar beschadigd en de brug over het Albertkanaal is vernield. De inzittenden zijn diep onder de indruk van de bombardementen en de staat van het kamp. Treintransporten vanuit het kamp zijn onmogelijk door zware beschadigingen aan de rails. Zeven regimentssoldaten hebben het niet overleefd, waaronder de jonge onderluitenant Dosonge van de 7e compagnie, die schuilde onder een goederenwagon die geraakt werd.

22.00u

Jules vertrekt opnieuw op mars naar een voor hem onbekende bestemming. Soldaat Palmen, de kleermaker van de compagnie, wordt in het station van Tongeren het slachtoffer van een vijandelijk bombardement.

Zaterdag elf mei - Op weg naar de K.W. Linie

De Belgische antitankversperring KW-linie, gelegen tussen Koningshooikt en Waver, staat ook bekend als de Dijlestelling bij de Engelsen en als de ijzeren muur bij de Duitse agressor. Deze linie, bedoeld als verdediging tegen een invasie in centraal België, bestaat uit een vooruitgeschoven-, een dekkings- en een weerstandsstelling. Bij een schending van de Belgische grenzen zouden Britse en Franse troepen zich hier positioneren om samen de vijand te stoppen.

De K.W.-linie, opgetrokken tussen september 1939 en mei 1940, bevat communicatie- en gevechtsbunkers, alsook anti-tankgrachten die men onder water kon zetten. Daarnaast omvat ze stalen Cointet-elementen en verplaatsbare stakenpiramides, tetrëaders genaamd, van 190 kg en zwaardere exemplaren van 500 kg gevuld met beton. Op sommige plaatsen sloegen ze stalen spoorstaven 2 meter diep in de grond om Duitse tanks tegen te houden.

Zware gevechten vinden plaats aan het Albertkanaal. De Duitse bruggenhoofden van Veltwezelt en Vroenhoven krijgen versterking om vanuit daar het binnenland te veroveren. Om 11.30u geeft de bevelhebber van fort Eben-Emael zich over. Hierbij verliezen 24 Belgische en 6 Duitse soldaten hun leven.

Diest. In de duisternis is enkel een oplichtende sigaret en een blauwe lantaarn aan elke straathoek te zien. Plots verschijnt een lichttoorts. De colonne stopt en verschanst zich langs de weg. Duitse vliegtuigen vliegen terug, maar vallen niet aan.

05.00u

De troepen bereiken via Scherpenheuvel, Rillaar en Aarschot Betekom, en kwartieren in in een verlaten schoolgebouw.

20.00u

De mars hervat richting O.L.V. Waver, via Werchter, Keerbergen en Rijmenam; alleen de officieren weten dit. Majoor Goormachtig legt de hele reis in marstempo te voet af, net als de soldaten.

Zondag 12 mei

05.00u

In het zicht van de kerktoren van Peulis en met het dreigende geluid van vijandelijke vliegtuigmotoren steekt de colonne de grote baan naar Mechelen over. Berichten komen binnen dat de vijand het Albertkanaal is overgestoken en dat een aanval in de loop van de voormiddag mogelijk is.

05.30u

Luitenant Stephany krijgt het bevel de compagnie op te stellen in de tweede lijn van het bataljon. Ze betrekken stellingen vlak achter de K.W. lijn, van Koningshooikt over Leuven tot Waver.

Jules installeert zich met zijn peloton langs de Mechelsebaan.

18.00u

Ze delen aanzienlijke voorraden munitie uit en schroeven de ontstekers op de granaten; voor velen is dit de eerste keer dat ze zo'n gevaarlijk werk verrichten. De rest van de munitievoorraad blijft achter de lijnen, onder toezicht van soldaat Coose.

19.40u

Nachtorders: gewoon doorwerken!

21.30u

Jules stopt met de veldwerken en schakelt over op 1/3 rust en 1/3 wacht.

De kerk fungeert als observatiepost van het bataljon. Uit een nabijgelegen melkfabriek slepen ze grote kannen naar de loopgraven om als waterbevoorrading te dienen. Dozen met speculaas uit een nabijgelegen gebouw zijn voor de manschappen. De weg naar Mechelen vult zich met een stroom vluchtelingen die zich naar de St-Romboutstoren begeven. Voor de schuilplaatsen lopen de schildwachten met opgezette kraag hun honderd verplichte stappen, in afwachting en hoop op een betere dageraad.

Maandag 13 mei

Het Albertkanaal valt; Duitse troepen steken het kanaal van Turnhout over en bezetten Diest en de zuidrand van Tienen. In het zuiden van het land steken ze de Maas over bij Dinant en Yvoir.

02.00u

Jules houdt wacht wanneer plotseling alarm klinkt. Een vuurpijl schiet de lucht in en uit vrees voor parachutisten volgt direct geweervuur. Het blijkt een vals alarm, maar de gespannen zenuwen laten niemand meer slapen.

09.00u

Honger! Het eten is nog steeds niet gearriveerd.

10.00u

Een veldkeuken arriveert eindelijk om koffie en brood van stelling tot stelling uit te delen. Tijdens het harde zwoegen is dit een welkome pauze. Op hoger niveau maken commandanten zich zorgen over mogelijk contact met de vijand de volgende ochtend; de troepen aan het Albertkanaal trekken zich terug. De vermoeide Luitenant Stephany, die sinds het vertrek uit Beverlo niet heeft geslapen, wil een voorbeeld stellen en inspecteert de stellingen, loopt van peloton naar peloton en houdt zich kranig.

20.30u

In het donker en de duisternis klinken schoten per vergissing. Zenuwachtige soldaten hebben een boom aangezien voor een vijand, maar iets hogerop treft een verdwaalde kogel een soldaat.

22.00u

Jules vindt een slaapplek in het stro van een nabijgelegen schuur.

Dinsdag 14 mei

Duitse eenheden vallen Dinant constant aan en veroveren 's avonds een bruggenhoofd. Vroeg in de ochtend steekt de pantsereenheid van Generaal Guderian de Maas over bij Sedan. Aarschot valt en Duitse troepen staan voor Leuven. De geallieerde weerstand stort in. De tweede Belgische cavaleriedivisie houdt nog anderhalve dag stand langs de as Tienen-Halen.

04.30u

Jules houdt opnieuw wacht. De hele nacht trekken troepen door richting de achterhoede.

12.00u

Kort na het passeren van de veldkeuken rijdt een colonne Fransen voorbij, richting Albertkanaal. De soldaten die de weg bewaken zetten spontaan de Marseillaise in, en de poilus beantwoorden dit onthaal met vurige verwensingen aan het adres van de Führer in een sappig zuiders accent.

17.00u

Drie Duitse vliegtuigen vliegen zeer laag over de weg. Sommigen menen parachutisten te zien en sturen patrouilles uit. Jules is van wacht.

22.00u

Er ontstaat verwarring. Een lichtkogel wordt afgeschoten en een angstige schildwacht opent het vuur terwijl hij roept: “Wie is daar?” Onderluitenant Duysinx is onmiddellijk ter plaatse en de majoor brult: “Stop met schieten godverdomme non de dju!” Klaroengeschal klinkt ergens, beantwoord door een andere klaroen en het schieten escaleert; niemand weet op wie of wat ze schieten.

23.00u

De klaroenen blazen het staakt-het-vuren.

Woensdag 15 mei

Het bevel gaat uit om het verdedigingsfront Antwerpen-Namen te ontruimen. Duitse troepen staan nog steeds voor Leuven en hebben de verdedigingslijn bij Bevekom doorbroken. Op de middag legt het Nederlandse leger de wapens neer, voornamelijk vanwege het verwoestende bombardement op Rotterdam. Dit leidt ertoe dat de stelling Antwerpen nu ook vanuit het noorden bedreigd is. Generaal Bilotte beveelt alle troepen zich achter de Schelde en het Kanaal naar Terneuzen ten noorden van Gent terug te trekken.

01.00u

Alarm! Er is vermoeden van gedropte parachutisten.

06.30u

Jules' wachtbeurt zit erop, maar niet voor lang.

08.30u

Twee vijandelijke pantserwagens rijden langs de weg Peulis-Mechelen, maar worden uitgeschakeld door het C47 antitankgeschut onder bevel van onderluitenant Gijzen.

15.15u

Een patrouille onder bescherming van sergeant Gillen's gevechtsgroep vertrekt naar de frontlijn met de opdracht om de vijandelijke stellingen te verkennen en krijgsgevangenen te maken. Ze keren terug zonder resultaat. Het onderzoek van de twee uitgeschakelde pantsers levert ook niets op. Onderluitenant Lemal brengt het rapport naar het bataljon, waar adjunct-bataljonscommandant luitenant Montfort het in ontvangst neemt.

17.20u

Een vijandelijke colonne pantsers en wielrijders wordt op 500 meter van de ijzeren muur gesignaleerd, die ondertussen onder vuur ligt van Duitse artillerie. De toren van de St-Jozefkerk te Peulis krijgt een voltreffer.

Ondertussen vertrekt een patrouille van de eerste compagnie onder leiding van Adjudant Martin op verkenning voorbij de frontlijn en maakt contact met Duitse troepen die op ongeveer 250 meter van de antitankmuur ingraven en direct proberen deze te doorbreken. Gedurende de hele nacht vuren ze met DBT mortieren en automatische wapens op de vijand om te voorkomen dat deze de cruciale grens oversteekt.

Donderdag 16 mei - De K.W. Linie wordt verlaten.

In het legerhoofdkwartier in het fort van Breendonk uit Koning Leopold zijn vermoeden aan premier Pierlot, minister van Buitenlandse Zaken Spaak en minister van Oorlog Denis dat de Duitsers niet naar Parijs maar naar de kust zullen oprukken.

06.05u

Vanuit nabijgelegen huizen vuren Duitse sluipschutters op de stellingen van het bataljon. Jules ontsnapt ternauwernood aan een bijna fatale kogel. Het 9e artillerieregiment beschiet constant de vijand om hem te verhinderen de ijzeren muur te doorbreken. Tijdens het artillerieduel stort de kerktoren van Peulis in, waarbij twee artillerie-observators sneuvelen.

17.25u

Een granaat slaat in in het midden van de 2e compagnie, gelukkig zonder slachtoffers.

18.00u

Het nieuws verspreidt zich snel: de divisie trekt zich terug bij nacht voor tactisch voordeel. Wanneer de officiële orders worden gegeven, ontstaat grote consternatie in het hele bataljon. Door gebrek aan vervoer verloopt de terugtrekking chaotisch; veel materiaal, waaronder munitie, levensmiddelen, uitrusting en zelfs mitrailleurstatieven, moet achterblijven. Iedereen draagt gevechtskledij met een tentzeil en een eetketeltje. De achterwacht, bestaande uit twee pelotons fuseliers en één peloton antitankgeschut onder leiding van onderluitenant Heyman, moet standhouden tot 3.00 uur de volgende ochtend.

De aftocht gaat via Nekkerspoel door Mechelen, waar verschillende eenheden van de zesde en elfde divisie elkaar kruisen. Deze divisies moeten het kanaal van Willebroek oversteken, maar door opstoppingen verloopt de overtocht traag. De colonne raakt in tweeën gesplitst door de stroom vluchtelingen. De chaos is zo groot dat een deel van de colonne een tijdlang een ander regiment volgt. Uiteindelijk herenigen de delen zich weer op de weg naar Humbeek voordat ze het kanaal van Willebroek oversteken.

Vrijdag 17 mei

De Duitse opmars naar Antwerpen loopt vertraging op door een tegenoffensief van het Belgische leger. Desondanks wordt Leuven veroverd door de 14e en 19e Duitse infanteriedivisies. Om 19 uur dringt een Duitse gemotoriseerde divisie door tot de Grote Markt van Brussel. Brussel is verklaard tot open stad en wordt zonder weerstand ingenomen.

10.00u

De colonne komt aan in Malderen en wordt ingekwartierd bij boeren in de schuren van het dorp. Voor velen is het de eerste kans sinds Leopoldsburg om zich te wassen en te scheren. Jules mag ook rusten, maar niet voor lang.

18.00u

Alarm! Paniek heerst in het dorp: tientallen soldaten rijden voorbij en roepen: “Les boches sont là, sauve qui peut!” Luitenant Duysinx, gewekt door een van zijn soldaten, merkt dat velen van de compagnie zich bij de panikerende colonne hebben gevoegd.

Jules roept met een pistool in de hand zijn peloton weer tot de orde en stelt hen op langs beide zijden van de weg Dendermonde-Mechelen. Om een barricade op te richten worden in een naburig café alle kratten en bierbakken opgeëist.

De majoor voegt zich bij zijn bataljon, dat nog slechts uit ongeveer tweehonderd manschappen bestaat. Wanneer de achterhoede arriveert, blijkt dat zij hun stellingen te vroeg hebben verlaten. Onderluitenant Debatticce, verantwoordelijk voor de vroegtijdige terugtrekking, wordt met afzetting bedreigd.

21.30u

Jules geeft het bevel van het eerste peloton over aan onderluitenant Van den Berge. Hij denkt aanvankelijk op voorwacht naar St-Gillis bij Dendermonde te moeten vertrekken, maar een tegenorder annuleert deze verplaatsing.

Korporaal Freyne, vruchteloos op zoek naar zijn compagnie, vindt Jules, die hem bezweert niet te geloven dat de Duitsers in aantocht zijn. Na enkele uren is de stroom soldaten, op enkele achterblijvers na, verdwenen.

Zaterdag 18 mei

00.00u

De compagnie vertrekt richting Gent. Een officier beveelt de sectie op een net gearriveerde gammele autobus te stappen; zij zijn de laatste achtergeblevenen. De tocht gaat over Buggenhout en Lebbeke zonder incidenten. Bij aankomst in St-Gillis bij Dendermonde krijgen ze te horen dat het regiment zich ten oosten van de Dender in de regio Schoonaarde-Oudergem zal opstellen en dat de bruggen over de Dender worden opgeblazen. Later ontvangen ze echter nieuwe orders van de divisiecommandant om door te marcheren naar het kanaal Gent-Terneuzen. Jules en zijn gevechtsgroep bereiken via een andere route St-Gillis, waar ze zes flessen champagne vinden in enkele leegstaande huizen, die de ergste dorst lessen.

De officiële overgave van Brussel vindt plaats om 18.00u door een huilende burgemeester Joseph Van de Meulebroek. De stad is reeds overspoeld door eenheden van de 14e Duitse divisie. Om 22.30u hangt de hakenkruisvlag aan de gevel van het Brusselse stadhuis.

05.00u

Jules krijgt opdracht met zijn eenheid door te marcheren naar Zandeken boven Gent. Hij bemachtigt een fiets die goed van pas komt voor de vermoeiende tocht. Na een rustpauze in Lochristi gaat het via Kluizen naar Zandeken, waar hij het overgebleven deel van de compagnie installeert. Een gedeelte van de manschappen is echter bij de compagniecommandant gebleven.

Zondag 19 mei

De chaos neemt toe. In Antwerpen steken de Duitsers de Schelde over. Belgische troepen proberen ten noorden van Dendermonde de Duitse opmars te stuiten om een geordende terugtrekking mogelijk te maken. Duizenden vluchtelingen, samen met ontmoedigde soldaten, proberen naar het westen te ontsnappen maar worden regelmatig aangevallen door vliegtuigen.

01.00u

De rest van de compagnie arriveert na een mars van tachtig kilometer. Er gaan geruchten dat de divisie zich ten westen van het kanaal Gent-Terneuzen zal opstellen, in de sector van Terdonk in het noorden tot Aalterbrugge in het zuiden.

07.00u

Het divisiehoofdkwartier in Sleydingen geeft het bevel zich terug te trekken tot op de lijn Kluizen-Wippelgem-Hulleken-Overdam. Het regimenthoofdkwartier vestigt zich in Berent. Het tweede echelon, bestaande uit het twintigste en negenentwintigste linieregiment, wordt opgesteld. Ten noorden komt de dertiende divisie te liggen, zonder een bataljon zware wapens. Deze divisie wordt 's avonds versterkt met het vierde bataljon van het veertiende linieregiment. De zesde en negende compagnie van het veertiende linie wachten op de aankomst van de dertiende divisie.

Maandag 20 mei 1940

Rond 17.00u rijden de eerste Duitse tanks de Noord-Franse stad Amiens binnen. Het geallieerde leger is in tweeën gesneden. De dertiende divisie arriveert en de twee compagnies sluiten zich aan bij hun bataljon. Het vierde bataljon van het veertiende blijft ter beschikking van deze divisie.

06.00u

Jules wordt gewekt en na het ontbijt begeeft hij zich naar de stellingen, waar nog steeds gewerkt wordt.

10.00u

De werkzaamheden worden verstoord door luchtbombardementen, aangezien laag overvliegende vijandelijke vliegtuigen de hele dag actief blijven.

22.00u

Jules en zijn manschappen rusten. In de loopgraven wordt nostalgisch over vroeger gesproken, terwijl een kameraad zich rustig zit te scheren. Dit moment van rust wordt onderbroken door hernieuwd kanongebulder. Iets later inspecteert Jules de stellingen waar iedereen nog steeds aan het ingraven is.

Dinsdag 21 mei 1940

Na een treffen met Belgische en Britse troepen in de omgeving van Oudenaarde, slagen de Duitsers erin de Schelde over te steken. Doornik, vol met vluchtelingen, krijgt constant bombardementen te verduren van de Duitse Luftwaffe. Ondanks alle verdedigingspogingen twijfelt bijna niemand meer aan een nederlaag. Generaal Bilotte, de Franse coördinator van de geallieerde troepen op Belgisch grondgebied, wordt het slachtoffer van een zwaar auto-ongeval bij Ieper en overlijdt twee dagen later.

03.00u

Na zijn inspectieronde gaat Jules slapen in het stro. Even later wordt hij gewekt door het gebulder van artilleriekanonnen, opgesteld achter de linies. De Duitsers reageren met een even heftige artilleriebeschieting. Het artillerieduel duurt de hele dag.

19.30u

De divisie merkt dat de vijandelijke 208e divisie van de Duitse generaal-majoor Andreas contact zoekt ter hoogte van Rieme, in de sector van de dertiende divisie onder bevel van generaal Massart. Eén bataljon, versterkt met een peloton T-13 pantserwagens en een peloton mitrailleurs van de elfde compagnie, wordt naar Ertvelde gestuurd onder bevel van onderluitenant Camal, als reserve voor de dertiende divisie en klaar voor een eventuele tegenaanval.

20.00u

Het eerste bataljon krijgt deze opdracht toegewezen. Jules en zijn manschappen staken de graafwerken en marcheren naar Ertvelde.

Woensdag 22 mei

Duitse troepen stoten door tot de Noord-Franse stad Abbeville aan de Atlantische kust, waardoor de geallieerde legers volledig omsingeld zijn. De slagkracht van de geallieerden is verdwenen en vanuit alle commandocentra komt het bevel tot terugtrekking. De Britten krijgen het bevel naar de Noordzee terug te trekken na hun nederlaag bij Arras. Het Belgische leger staat alleen, nu de Franse en Britse troepen het terrein ontruimd hebben. De Duitsers kunnen zich volledig concentreren op hun tegenstand.

De Scheldestelling wordt opgegeven. Het Belgische leger trekt zich vanaf de avond gedeeltelijk terug van de stelling Gent-Terneuzen tot achter het afwateringskanaal van de Leie, zonder de stelling aan het Kanaal Gent-Terneuzen op te geven.

03.00u

De compagnie arriveert in het vredige Ertvelde. De pelotons nemen de stellingen in en sturen luisterposten richting het kanaal. Majoor Goormachtig neemt contact op met luitenant-kolonel Manchel, bevelhebber van het 37e linie.

05.00u

Tot grote opluchting van de manschappen zal er voorlopig geen tegenaanval plaatsvinden, omdat de Duitsers er nog niet in geslaagd zijn het kanaal over te steken.

08.00u

Jules zoekt slaapplaatsen voor zijn gevechtsgroep in Ertvelde. Rond de middag breekt een hevig bombardement los op het dorp.

11.50u

Alle compagniebevelhebbers verzamelen zich bij de commandopost van de bataljonscommandant om hun orders voor de tegenaanval te ontvangen. Het bataljon stelt zich als volgt op: Commandant Borrey leidt de derde compagnie, die de linkervleugel van het bataljon vormt, ondersteund door één T-13 pantserwagen en een mitrailleurpeloton van de achtste compagnie. Luitenant Stephany met de tweede compagnie vormt de rechtervleugel van het bataljon. De eerste compagnie onder leiding van luitenant Leroy dient als reserve.

22.10u

De compagnie ontvangt haar orders voor de tegenaanval die zal doorgaan en neemt de afwachtende posities van de vorige avond weer in.

22.15u

Luitenant Stephany brengt zijn pelotonsoversten op de hoogte. Over een lengte van 100 meter op de weg Rieme-Ertvelde stelt hij het peloton Van den Berghe op aan de linkervleugel. Het peloton de Krahe positioneert hij over dezelfde lengte aan de rechtervleugel. Het peloton Duysinx plaatst hij achteraan in het midden over een lengte van 150 meter. De pelotons De Krahe en Van den Berghe sturen luisterposten naar voren.

Donderdag 23 mei 1940

Op bevel van de koning trekt het Belgische leger zich terug naar de westelijke oevers van de Leie, maar de 11e en 13e divisie blijven aan het kanaal van Terneuzen. Hierdoor kan de vijand Gent zonder weerstand innemen en de overgave van de stad eisen, evenals de wapens van de aanwezige soldaten. Dit leidt tot de gevangenneming van duizenden soldaten.

02.00u

Jules en zijn manschappen staan klaar om te vertrekken, maar het bevel tot aanval komt niet; de Duitsers zijn het kanaal nog niet overgestoken.

08.00u

Jules en drie kameraden slapen in een leegstaande varkensstal.

11.00u

Ertvelde wordt bestookt door vijandelijk geschut; een granaat valt in het 3e peloton, maar er vallen geen slachtoffers. Het dorp staat in brand.

12.00u

De Duitse aanval intensiveert; de Kuhlman-fabriek wordt beschoten vanuit een waarnemingsballon. Majoor Notte van het 21e artillerieregiment richt zijn vuur op de fabriek, die snel een brandhaard wordt.

14.00u

Jules trekt op naar het station van Rieme voor een tegenaanval.

16.00u

Terwijl de 13e divisie haar posities inneemt, trekt de compagnie langs een weg vol paardenkadavers naar het front. Bij een omgekantelde vrachtwagen vinden ze cognacflessen. Na het leegdrinken hiervan stijgt het moreel. Bij het station van Rieme wordt het 2e peloton links van de spoorlijn geplaatst, het 1e rechts en het 3e achteraan.

16.40u

Luitenant Stephany meldt dat de aanvalsposities zijn ingenomen.

16.45u

Ondanks de terugtrekking van het 37e linie, wordt de aanval ingezet en de Kuhlmanfabrieken bevrijd. Onderluitenant Van den Berghe moedigt zijn troepen aan met een luid "En avant!".

17.00u

Het bataljon ontvangt alleen slecht nieuws: de vooruitgang is moeilijk, de grond is doorweekt en er valt een zwarte drab uit de lucht. De vijand wordt door luitenant Genain gespot ten noorden van Rieme.

17.30u

Na aankomst in Rieme stuurt onderluitenant Van den Berghe een verkenningspatrouille uit. Tijdens de opmars arresteert korporaal Freyne een oude man met Duitse Rijksmarken op zak.

20.00u

In de loopgraven vindt de compagnie achtergelaten materiaal, dat ze onderling verdeelt.

21.00u

De compagnie ontvangt felicitaties van de majoor voor het innemen van hun posities.

21.30u

Bij een vijandelijke aanval schiet Jules twee Duitsers neer en neemt twee anderen gevangen. Korporaal Freyne schiet een Duitser neer en soldaat Vissers verlost een gewonde Duitser uit zijn lijden. De compagnie is enthousiast en wil het Albertkanaal heroveren.

22.40u

Er wordt bevel gegeven tot terugtrekken. Luitenant Stephany en korporaal Freyne gaan op zoek naar een vermist mitrailleurspeloton, maar keren terug zonder hen te vinden. Onderweg stuiten ze op een Duits mitrailleursnest, waarbij Stephany zich uitgeeft voor een Duitse soldaat, maar ze worden ontdekt en ontsnappen ternauwernood.

23.30u

De majoor prijst de compagnie voor hun moed, ondanks de zware verliezen.

Vrijdag 24 mei 1940

In de ochtend ontdekken Duitse verkenners dat het Belgische leger zijn posities ten westen van Gent heeft verlaten.

01.30u

Het bataljon, dat de achterhoede van het regiment vormt, vertrekt stilletjes via Eeckloo naar Necke. Onderweg stuiten ze op de bijna volledig vernietigde vijftiende compagnie.

13.30u

De compagnie arriveert aan de westoever van de Leie in Necke en mag slechts enkele uren rusten.

17.00u

De manschappen moeten zich opnieuw ingraven. Jules werkt de hele dag en wisselt af tussen een derde van de tijd werken, een derde op wacht staan en een derde rusten.

Zaterdag 25 mei 1940

De Duitse doorbraak tussen Arras en Amiens splijt het geallieerde front definitief in twee. Het Britse expeditiekorps trekt zich terug via Duinkerken. Aan de Leie, op de lijn Menen-Deinze, vecht het Belgische leger zijn zwaarste veldslag. Ondanks het stijgend aantal deserteurs, zet het leger een tegenaanval in bij Ronsele, waarbij Duitse krijgsgevangenen worden gemaakt. De Belgische verdediging van het Schipdonkkanaal wordt overrompeld door de Duitsers.

n de voormiddag is het rustig.

16.00u

Tijdens de veldwerken begint de vijandelijke artillerie met een hevig bombardement. Er gaan geruchten dat de vijand het kanaal is overgestoken en zich voor de verdedigingslinies heeft ingegraven.

21.00u

Jules meldt zich vrijwillig aan om het gebied voor de stellingen te verkennen. 1e sergeant Beterens, een vriendelijke en goed gehumeurde beroepsonderofficier, leidt de patrouille. Hij is onlangs van het 1e grenadiers overgeplaatst en is op 9 mei vader geworden van een dochtertje, dat hij pas vier jaar later zal ontmoeten.

22.00u

Jules' patrouille sluipt naar een brandende schuur. Bij de terugkeer ontdekt Jules dat zijn manschappen al vertrokken zijn. Terwijl hij alleen teruggaat, hoort hij gefluister: "het officiële wachtwoord is Mechelen". Vervolgens hoort hij "Mechelen Non de dju!". Soldaat Vangoidsenhoven staat klaar om te schieten omdat het antwoord Jan uitblijft. Korporaal Freyne weet hem net op tijd te stoppen, herkennend aan zijn typische Belgische kapootjas en helm, de halfdove sergeant Kinjet.

23.00

Jules keert ongedeerd terug binnen de eigen linies.

Zondag 26 mei 1940

Generaal van Overstraeten, de adviseur van de koning, omschrijft de situatie nog als "bevredigend". Echter, door gebrek aan coördinatie tussen de Britse en Belgische eenheden, breken de Duitsers snel door tot Kortrijk en rukken op naar Menen en Ieper. Hun doorbraak in Izegem, Ronsele, en Nevele-Vinkt is ook een feit. De Duitse infanteriedivisies ondervinden echter veel moeite met hun opmars via Frans-Vlaanderen naar de zee. In de regio van Hondschote stuiten de Duitsers op felle weerstand van Schotse troepen.

De evacuatie uit Duinkerken verloopt chaotisch, maar ondanks talloze Duitse luchtaanvallen slaagt men erin ongeveer 465.000 militairen veilig over het Kanaal te brengen.

08.30u

Afgezien van enkele ronddolende soldaten wordt niets opmerkelijks waargenomen. Een brug is vernietigd, maar een vlot verzorgt de oversteek; door de beperkte capaciteit zijn twee overtochten nodig. 1e sergeant Beterens leidt de linkervleugel, terwijl Jules de rechtervleugel voor zijn rekening neemt. Ze doorzoeken huizen op achtergebleven wapens, maar vinden niets. Korporaal Freyne en soldaat Velghe vinden in een huis een oudere vrouw met haar zieke zoon. In de kamer van de jongeman worden ze overweldigd door de stank van urine, braaksel en uitwerpselen.

Aan de rechterflank merken Jules en Sergeant Demolin een vijandelijke sectie op en zoeken onmiddellijk dekking, vinger aan de trekker. Korporaal Freyne en soldaat Velghe zien ook een groep vijandelijke soldaten bij een mitrailleurnest. Ze besluiten wijselijk terug te trekken, aangezien de omtrekkende beweging van de Duitsers aangeeft dat de infiltratie onomkeerbaar is. Onder vuur van kogels en mortiergranaten steekt de patrouille het kanaal weer over met het vlot.

11.00u

De patrouille bereikt veilig de stellingen aan de andere oever met een camionette, waar men nog steeds bezig is met veldwerken.

16.00u

Artilleriegranaten slaan in op honderd meter van de eigen linies.

17.00u

Na het oplaten van een Duitse observatieballon volgt een nieuw vijandig artilleriebombardement.

18.55u

De compagniecommandant ontvangt orders om zich klaar te houden voor een tegenaanval richting het noorden in de ochtend, maar die zal vandaag niet meer plaatsvinden. De rust keert terug en wie niet op wacht staat, zoekt zijn slaapplaats op.

Maandag 27 mei

Vroeg in de ochtend infiltreert de vijand tussen Ieper en Zonnebeke, wat leidt tot hevige gevechten in de Westhoek. Koning Leopold III, van mening dat verdere weerstand nutteloos is, stuurt om 17 uur onderhandelaars naar het hoofdkwartier van het 11e Duitse korps.

11.00u

Het bevel voor een tegenaanval wordt gegeven. Onder hevig vuur vanuit een Duitse observatieballon, rukken de troepen op langs het kanaal richting Zomergem. Vele vliegtuigen cirkelen boven de oprukkende eenheden. Wanneer de beschietingen te intens worden, graven de soldaten zich in langs beide kanten van de weg. Soldaat Cums van het eerste peloton wordt geraakt door een granaatscherf in zijn rechterbeen. Soldaten Dewinter en Brioen brengen hem in een daad van zelfopoffering naar de hulppost van het bataljon, ondanks het aanhoudende bombardement.

13.00u

De troepen trekken zich opnieuw terug onder een hevig artilleriebombardement langs het kanaal Brugge-Oostende. Korporaal Boulangé van het 2e peloton wordt dodelijk getroffen door een vijandelijke mitrailleur vanaf de noordelijke oever. Sergeanten Van de Bosch en Billen, en de soldaten Bosmans, Dillemans, Van Lint en Oppenbrouwer raken zwaargewond aan hun achterwerk door schrapnels.

17.30u

De compagnie bereikt de brug van Aalterbrugge, die op het punt staat opgeblazen te worden door de genietroepen, aangezien de vijand tot op 400 meter genaderd is.

17.45u

De brug van Aalterbrugge wordt opgeblazen.

18.15u

Jules, samen met 1e sergeant Beterens, sergeant Demolin, de korporaals Van Bever en Esseldeurs en soldaat Dumont, haalt in de zijspan van de majoor de gewonden op. De rest van de manschappen wacht op de binnenkoer van een boerderij. Ze vragen de eigenaar om een platte kar voor het vervoer van de gewonden. Als hij weigert, overtuigt sergeant Beterens hem met zijn pistool. De gewonden worden op de kar geladen. Jules vindt het lichaam van korporaal Boulangé, neemt zijn portefeuille en keert terug naar de compagnie.

Dinsdag 28 mei 1940

Om 4 uur 's ochtends stopt het vuren; de capitulatie is een feit. Maatregelen worden getroffen om de standaarden en vaandels van de eenheden te beschermen. Velen worden verbrand in de divisiehoofdkwartieren. In de abdij van St-Andries-Brugge worden de geredde vaandels veiliggesteld voor de duur van de oorlog. De Duitsers bevelen de Belgische eenheden zich te hergroeperen.

02.30u

De mars richting Oostkamp wordt ingezet.

06.00u

Het bataljon arriveert in Oostkamp, waar de 2e compagnie zich vestigt in het voorziene kantonnement voor enkele uren rust.

09.00u

Onderluitenant Duysinx ziet Duitse officieren samen met officieren van het regiment. Al snel volgt de officiële mededeling: de veldtocht is voorbij. De koning heeft de wapens neergelegd. De reacties variëren van verslagenheid en woede tot opluchting dat het vechten voorbij is. Een vals gevoel van veiligheid ontstaat en er wordt weer proviand verstrekt. Jules en enkele kameraden worden in de regimentsdagorders vermeld voor hun moed bij het kanaal Gent-Terneuzen. De compagniecommandant prijst Jules voor zijn dapperheid in het bijzijn van alle officieren.

10.00u

Jules en 1e sergeant Beterens vinden onderdak bij burgers, waar ze tot 18 uur kunnen uitrusten.

Slot

Jules, zoals vele beroepsmilitairen, wordt krijgsgevangen genomen en naar Duitsland gestuurd. Hij krijgt krijgsgevangenennummer 25707. De krijgsgevangenen vertrekken vanuit Sleidinge en worden via het Hollandsdiep naar Duitsland verscheept.

Krijgsgevangen

Op 30 mei vindt er bij Willemstad, in het Hollandsdiep, een hevige ontploffing plaats. De "RHENUS 127", een schip vol met 1200 krijgsgevangenen voor de platbodem waarop Jules zich bevindt, loopt op een zeemijn. Volgens Duitse bronnen komen 167 mensen om, waaronder soldaat Benjamin Trussart van het 14e Linieregiment.

Op 10 juni worden de dienstplichtigen gedemobiliseerd en mogen ze naar huis terugkeren. De officieren van het regiment worden geïnterneerd in speciale Offizierslager (kampen enkel voor officieren, die volgens de conventie van Genève niet mogen werken in dienst van het gastland). De meeste officieren van het regiment eindigen via Offlag VI A in Soest uiteindelijk in Offlag II A in Prenzlau.

Jules wordt ondergebracht in Stalag XA in Schleswig (Stamlager: krijgsgevangenkampen voor soldaten en onderofficieren). Wanneer de Nederlandstalige gevangenen naar huis mogen keren, krijgt Jules ook die kans, maar hij weigert, vastbesloten zijn plicht als krijgsgevangene te vervullen.

Tijdens zijn gevangenschap doet Jules twee ontsnappingspogingen, waarbij de tweede hem tot aan de Deense grens brengt. Als straf wordt hij overgeplaatst naar Stalag 325 in Rava Ruska, een strafkamp in Oost-Polen (nu Oekraïne) voor herhaaldelijk ontsnapte krijgsgevangenen.

Sandbostel

Na zijn strafperiode wordt Jules overgebracht naar Stalag XB in Sandbostel nabij Hamburg. Om zijn leven draaglijker te maken, werkt hij vrijwillig op een nabijgelegen boerderij.

Aankomst in Stalag XB Sandbostel, 1942

Op 11 juni, na hun bevrijding door het Rode Leger, kunnen ook de officieren van het regiment naar huis terugkeren. Op 29 april 1945 bereiken eenheden van het Britse XXX Corps Sandbostel na gevechten met de vijftiende Panzergrenadier-Division. De Duitse commandant heeft het kampbeheer al overgedragen aan de Franse kolonel Marcel Albert.

Op 22 mei 1945 vertrekt Jules, gerepatrieerd door zijn Engelse bevrijders, in een vrachtwagen. Onderweg door het verwoeste Duitsland wordt een door Jules bemachtigde LP-08 Artillerieluger en een zware verrekijker gestolen. Bij het oversteken van de Belgische grens zingen de inzittenden het Belgische volkslied. Er is vreugde, maar ook ontroering.

Na een verplichte registratie, medische controle en DDT-behandeling tegen luizen in Brussel, komt Jules enkele dagen later aan in Hakendover. Zijn vrouw Alida, die in vijf jaar helemaal grijs is geworden, wacht hem op.

Na een reglementair rustverlof van drie maanden neemt Jules, nu eerste sergeant, weer dienst op 31 augustus 1945. Vanwege doofheid door bombardementen op Hamburg krijgt hij een administratieve functie in het krijgsgevangenenkamp voor Duitse militairen in de steenkoolmijnen van Houthalen.

In de jaren 50 wordt Jules RSM (regimental sergeant major) bij het 9e bataljon GTA in Tienen. Hij gaat op 1 juli 1967 met pensioen als adjudant.

Na 20 jaar van welverdiend pensioen overlijdt Jules plotseling tijdens een vakantie in Middelkerke op 1 augustus 1987.

Documenten

Brief aan zijn vrouw en zoon.
Bibliografie

Crahay, A., Musin, L., L’armée belge entre les deux guerres, 1978.
Decat, F., Devos, L., Mei 1940 van Albertkanaal tot Leie, Kalmthout, 1990, 112 p.
De Fabrickers, Veldtocht van het Belgische leger in 1940, Gent, 1966, 172 p.
Kinjet, J., Sergeant Kinjet met het 14e linieregiment in mei 1940, Aalst, 2009, 84 p.
Respen, V., Hageland een dorp in Haspengouw, Hakendover, 1990.
Stubbe, C., Van Eben Emael tot Duinkerken, 1953.
Thagon, P., Mei 1940, Tielt, 1989.
Van Onsem, R., Geschiedenis van het Belgische leger, Deel 2 van 1920 tot heden, Brussel, 1982.

Handleiding voor de opleiding van den infanterist. Boekdrukkerij van 't militaire landkaarteninstituut,  1932.
Freyne, G., Oorlogsdagboek.
Duysinx, F., Oorlogsdagboek.    
Kinjet, J., Oorlogsdagboek
De dossiers en velddagboeken van de elfde divisie.

https://18daagseveldtocht.be
https://www.abbl1940.be

Contacteer ons nu