Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81
De bedevaart vanuit Nederland
In Breda
Naast historische factoren speelde ook het toeval een rol in de keuze van Hakendover als bedevaartplaats. In het voorjaar van 1892 bracht de familie Matthijssen een bezoek aan de familie van Bilsen waar het gesprek handelde over het voor hen onbekende Hakendover. Hun nieuwsgierigheid was gewekt en samen met een paar anderen stapten zij de daaropvolgende Pasen te voet naar Baarle-Nassau, van waaruit zij per trein verder reisden naar Turnhout waar zij aansloten met de bedevaarders aldaar. De bedevaart trok hen aan want reeds een paar jaar later ondernamen zij de tocht met 160 pelgrims. In 1895 moest een extra trein worden voorzien. En die reis verliep lang niet zo vlot als in onze tijd. De Heer Meijs die de bedevaart vanaf 1901 meemaakte, schreef hierover:
"In het begin moesten wij vanuit Waspik te voet naar het tramstation den Hout-Osteind. Vanuit Dongen, Oosteind, en Oosterhout reisden we per trein met aansluiting van de pelgrims van Hank, Dussen en Raamsdonkveer naar Breda. Om 7 uur hadden we er een H. Mis in de St.-Josefkerk en na een kop koffie reisden we per trein naar Roosendaal en Essen. Daar werden wij geconfronteerd met de douane, hetgeen een grote rompslomp was en dan hals over kop de trein weer in en dikwijls was men zijn vrienden kwijt. Later werd dit beter toen de coupés genummerd waren. De terugreis vertrokken we om ongeveer 2 uur vanuit Tienen naar Essen. Daar werden we weer gecontroleerd en kwam er een Hollandse locomotief voor de trein en Hollandse conducteurs.
Zo kwamen we dan rond 6 uur in Breda en dan ging het weer per tram naar Oosterhout en verder meestal te voet naar huis, zodat we om 8 à 9 uur daar aankwamen. Het is wel een tocht met hindernissen, dat is tegenwoordig wel goed geregeld".
In 1899 werd de Heilig-Hartkerk langs de Baronielaan te Breda, de zetel van de bedevaartorganisatie. Datzelfde jaar werden 825 nieuwe leden aangeworven, zodat Breda niet langer aansluiting zocht met Turnhout. Ook werd tot de oprichting van het "Broederschap van de Goddelijke Zaligmaker". Toen tijdens de Eerste Wereldoorlog alle bedevaarten verboden waren, liet men een beeld van de Goddelijke Zaligmaker maken en in de Heilig-Hartkerk plaatsen. Zo ging tijdens de beide oorlogen de "bedevaart" door in de kerk.
Na de Tweede Wereldoorlog werd er meer en meer overgeschakeld op autobussen, later op eigen vervoer. Sinds 1950 sluiten de pelgrims de bedevaart naar Hakendover ook af met een bezoek aan Scherpenheuvel. Na 1964 werd het tweedaagse verblijf te Hakendover ingekort tot 1 dag.
Meierij Tilburg
In 1904 ging Tilburg voor het eerst los van Breda op bedevaart. De meierij zou zich in 1936 op haar beurt gaan afsplitsen van Tilburg. Ook in Tilburg gaan stemmen op om het tweedaags verblijf in te korten tot 1 dag, maar het lopen van "de grote dertien" blijft een uitdaging, en is onmogelijk bij een ééndaags verblijf.
Misschien hebben zij ook veel te goede herinneringen aan hun verblijf in Hakendover! Reeds in 1901 immers vonden de bedevaarders uit Tilburg een onderkomen bij de familie Debempt langs de St.-Truidensteenweg. Toen in 1910 Maria-Theresia Debempt trouwde met Emiel Pierlé, konden zij overnachten in de vierkantshoeve langs de Meierstraat, waar wel 200 man in de schuur verbleef. Mannen en vrouwen sliepen apart, wassen gebeurde aan de pomp, en voor de vroegmis werd er - uiteraard - niet gegeten. Ook in tal van andere woningen en boerderijen en in Tienen verbleven bedevaarders. Zelfs al blijft men nu maar één dag in Hakendover, toch onderhouden de Nederlanders nog steeds goede contacten met hun vroegere gastfamilies. Naar verluidt sliepen bedevaarders sommige jaren zelfs op straat omdat ze nergens nog een onderkomen vonden.