Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

Hoe oud is de paardenprocessie?

Paarden duiken pas in de zestiende of zeventiende eeuw in de paardenprocessie op. Dat strookt natuurlijk niet met het geloof in een zeer oude oorsprong .

Het blijft een beetje een vreemde combinatie. Hakendover telt meerdere religieuze gebruiken en de meeste daarvan hebben wel een connectie. Wat vreemde eend in de bijt zijn de paarden in de paardenprocessie. 

De meeste auteurs, waaronder ikzelf tasten in het duister over de oorsprong van de processie. Daarom veronderstellen we gemakshalve dat het ontstaan van legende, processie, dertienmaal… ergens uit de periode van de kerstening, de vroege middeleeuwen (7e of 8e eeuw) dateert. De toer van paarden op de Tiense berg zou een restant zijn van voorchristelijke vruchtbaarheidsrituelen. Maar klopt dit wel? 

Nogal makkelijk zien we de aanwezigheid van paarden als een fundamenteel gegeven, iets wat er al was van bij het begin.  Voor dat beginpunt nemen de meeste inwoners van het dorp, conform de middeleeuwse legende, het jaar 690 in de mond.

De kerk is niet gebouwd in 690

De kerk zou zijn gebouwd in het jaar 690, zo vertelt een legende die in 1432 in het Latijn werd opgeschreven door drie kerkmeesters van Hakendover. 

Meerdere auteurs hebben reeds aangetoond dat niets aan de huidige kerk op zo'n oude oorsprong kan terugvallen.  De oudste nog aanwezige onderdelen van het kerkgebouw dateren uit de 12e eeuw (ergens tussen 1101 en 1200). Een oorkonde uit 1139 bevat de oudste geschreven vermelding over het bestaan van een kerk in Hakendover. 

Uiteraard is het mogelijk dat er eerder een andere kerk in Hakendover stond. Eén gegeven dat in die richting lijkt te wijzen is de patroon van de kerk. Volgens Verbesselt in zijn klassieke werk “Het parochiewezen in Brabant” schreef, hebben kerken gewijd aan de Zaligmaker, een zeer oude, zelfs vroegmiddeleeuwse oorsprong. Het is dus mogelijk dat de kerk van Hakendover wel een oude oorsprong heeft, maar daar zijn in de huidige “architectuur van de kerk” geen sporen meer van te bekennen.

Zelfs al zouden we onder de bestaande kerk sporen vinden van een veel oudere kerk, dan nog bewijst dit niet dat de bedevaart of de processie, laat staan de aanwezigheid van paarden daarin, even oud zijn. 

  

De oudste vermelding van de legende

De oudst bekende Nederlandstalige tekst over Hakendover en zijn legende dateert uit de 15e eeuw, dezelfde tijd waarin de Latijnse versie op schrift werd gesteld. De tekst komt voor in een bundel die door zijn omvang "De Dikzak" wordt genoemd en wordt bewaard in de universiteitsbibliotheek van Leiden.   Het Driemaagdenretabel dat de legende aanschouwelijk voorstelt, dateert uit diezelfde eeuw. De belangrijkste nog bestaande historische bronnen over de legende dateren aldus uit de late middeleeuwen, de periode waarin de aflatenverkoop excessieve vormen aannam. 

Hoe oud zijn de oudste vermeldingen over de processie op paasmaandag én de aanwezigheid van paarden in diezelfde processie? Geen enkele middeleeuwse bron vermeldt de processie als dusdanig. In "De Dikzak" wordt enkel gesproken over de bedevaart, niet over een processie en/of over paarden.

Mer ghemeynlijc hout dat volck ghewaerich desen aflaet alle sondaech, so et voorscreven es. Ende men preket daer oec openbaerlijc op den stoel der waerheit. Oec alle Aposteldaghe, ende sunderlinghen op die Heilighe Kercwijnghedach, metter Octaven, alle daghe, oec te Kersmisse, te Paesschen, te Sinxen ende alder heileghemisse ende op alle heilighen die groet Octaven hebben, datter dan alletenen es pena culpa. Oec seet men, die alle sondaghe besuect dese heilighe stat een jaer lanc met devociën voer wat zielen dat es, op dat ghestorven es inder gracien Gods, datse niet soe besast en mach syn van sunden, noch ghepijnt met enegher onsprekeker pinen des vagheviers, sij en wort ontcommert ende verledicht van hoeren sonden ende van allen pinen des vagheviers, hoe groet die pine gheweest heeft binnen desen jare dat men aldus bevaert over hoer gaet tot deser heiligher uutvercorender stat Gods, geheten Hakendover. Deo gracias. (De Dikzak, 15e eeuw).

Ook de Latijnse tekst uit 1432 maakt geen gewag van een processie of paarden. Het retabel toont weliswaar een aantal bedevaarders, maar geen enkel beeldengroep vertoont paarden of ruiters. De oudste bronvermelding over de processie en de aanwezigheid van paarden dateren voornamelijk uit de tweede helft van de 17e eeuw (tussen 1601 en 1700) en de 18e eeuw (tussen 1701 en 1800). Op een paar bedevaartvaantjes uit die periode zien we een paar ruiters die de processie lijken te vergezellen.

Boeren rijden niet op een paard

2onder het haam konden paarden moeilijk worden ingezet voor het trekken van landbouwwerktuigen. Het “haam” en gareel was een van de belangrijkste uitvindingen van de middeleeuwse landbouw. Het woord “haam” is verwant met “hemd” of omhulling en op die manier ook met “heim” (=huis) en “geheim” (verborgen, omhuld)

De stelling als zou de aanwezigheid van paarden en de toer die ze doen rond de processie op de Tiense berg, te maken zou hebben met “een vruchtbaarheidsritueel”, is moeilijk hard te maken. Zeker als we de aanwezigheid van paarden in de processie willen situeren in de vroege middeleeuwen (dus voor het jaar 1000). 

Het gebruik van paarden als trekdier voor ploegen, eggen of karren werd pas efficiënt door de uitvinding van het haam of gareel. De uitvinding van het haam dateert uit de negende of tiende eeuw en was tot het jaar 1000 zeker niet wijd verspreid. 

Bovendien lijkt het niet logisch dat een boer zijn paard zou “berijden” in een processie. Een boer gedroeg zich immers niet als een “ritter” (ridder) of “ruiter”.   De enigen die over een paard beschikten, waren ridders (ritters, ruiters). Zoals gezegd lijkt het ook erg onwaarschijnlijk dat boeren als ruiters te paard zouden deelnemen aan de processie.   Van het bekende "Brabantse trekpaard" was er in die periode al evenmin sprake: het "bestond" gewoonweg nog niet.

De processie op een bedevaartvaantje, ergens tussen 1650 en 1750. Aan de rechterkant zie je een paar paarden galopperen.

700 paarden in de 17e eeuw

De oudste bronvermelding over de processie en de aanwezigheid van paarden dateren voornamelijk uit de tweede helft van de 17e eeuw (tussen 1601 en 1700) en de 18e eeuw (tussen 1701 en 1800). Op een paar bedevaartvaantjes uit die periode zien we een paar ruiters die de processie lijken te vergezellen.  

Omstreeks 1660 schrijft Arnoldus Pieraerts, pastoor van Hakendover een boekje over de bedevaart en de geschiedenis van het dorp. Naar verluidt zou hij de processie hebben vermeld, maar door de zeldzaamheid van het werk, hebben we dit nog niet kunnen verifiëren.  Het werk van zijn opvolger Cartuyvels daarentegen is nog ruim beschikbaar.  Over de processie schreef Cartuyvels dat er 600 tot 700 paarden aan de processie deelnamen. In hoeverre die cijfergegevens correct zijn, valt niet te verifiëren. Hij vermeldt dat praalwagens die aan de processie deelnemen tijdens de oorlog waren vernield. 

Van den principaelsten Feestdag deze Kerke, die jaerlyks geviert word op den tweeden Paeschdag. Den principaelsten Feestdag

dezer Kerke word geviert op Paesch-Maendag, op welken dag ook gehouden word eene Processie door het Dorp, en rondom door het Veld, in welke Processie het Hoogweerdig H. SACRAMENT ende het Beeeld van den Zaligmaeker, met groote eerbiedingen word omgedragen, wanneer een ontellyke menigte van volk, zoo te voet, als te perd, hier aenkomen, om met hunne tegenwoordigheyd en bezondere devotie, de zelve te vergezelschappen. Het Beeld word omgedraegen door de Confreeers van den edelen Handboge tot Thienen, welke altemael ook tegenwoordig zyn, gelyk ook de principaelste Heeren van het Magistraet van Thienen, om het Alderheyligste, te saemen met het Beeld van den lieven Gekruysten Zaligmaeker, te vergezelschappen.

Deze Processie placht eertyds vereert te worden met eene Triumphwagens, die nu door den Oorlog zyn verwoest. In deze Processie ziet men gemeynelyk zes oft zeven hondert peerden, en met duyzende menschen te voet: men gaet met deze Processie door alle de Graenen zoo lang als die zyn, nochtans deze Graenen zyn niet minder tegen den Oost, maer beter als die van de reen-genoten, het welke eene bezondere gratie van God is. Ik hebbe gezien verscheyde jaeren, dat het Koren zeer lang was, maar door het reyden van de Peerden, en voetstappen van het volk, geheel neer gerukt en bedorven, nochtans omtrent veerthien dagen daer naer, was 't zelve wederom op gestaen, gelyk of daer niemand door gepassert en hadde: ziet het wonder werk des Heeren.

Paardenpest

Op een bedevaartvaantje uit de periode tussen 1650 en 1750, staat duidelijk een ruiter afgebeeld. Het gaat niet om een boer en/of boerenpaard, maar om een adellijke ruiter. Dat is op zich niet zo vreemd. Boeren hadden immers, zoals hogerop reeds vermeld, niet de gewoonte om op een paard te rijden. 

In diezelfde periode schoten de rijscholen voor edellieden uit de grond. Een aantal andere paardenprocessies, zoals die van het Oost-Vlaamse Rozebeke,  vermelden de 17e en de vroege 18e eeuw als het startpunt van hun paardenprocessie.  

Prof. dr. M. Debackere schrijft: "Deze paardenommegangen zijn ontstaan ten gevolge van de zeer sterk verspreide pestziekten onder het vee en de paarden. Op het einde van de l 8de eeuw, teisterde een zware epidemie het paardenras in onze gewesten en het is niet uitgesloten dat er een of andere paardenziekte met een besmettelijk karakter aanleiding zou hebben gegeven om een bepaalde ommegang terug in het leven te roepen of een nieuwe op te richten. De ommegangen werden te paard gereden wegens het geheiligde karakter dat in verschillende godsdiensten aan het paard werd toegekend. "

 Afbeelding op een bedevaartvaantje (tussen1650 en 1750). Het gaat hier duidelijk niet om een “boerenpaard” of “trekpaard”. Aan de kledij van de ruiter te zien gaat het zeker niet om een eenvoudige boer.
Paarden op een bedevaartvaantje uit de tweede helft van de 18e eeuw (tussen 1750 en 1800)

Paardenprocessies duiken overal op vanaf de 17e eeuw

De oudste vermeldingen van paarden in de processie dateren aldus uit de Nieuwe Tijd, en niet uit de middeleeuwen. Dat geldt nagenoeg voor alle ruiterprocessies in Europa. 

Osterreiten bij de Sorben op Pasen  (o.a. Oostenrijk, 15e eeuw?)
Michelbeke (Oost-Vlaanderen, vanaf 18e eeuw)

Net zoals in Hakendover ziet men in Oostenrijk de jaarlijkse processie van het "Osterreiten" als een overblijfsel van voor-christelijke (heidense, Keltische...) vruchtbaarheidsrituelen. Toch ook daar bestaan er geen historische bronnen die ouder zijn dan de 17e of 18e eeuw. 

Het lijkt heel aannemelijk dat de aanwezigheid van paarden in de befaamde processie van Hakendover pas is opgekomen vanaf de zestiende en vooral de zeventiende eeuw. De ruiters waren naar alle waarschijnlijkheid leden van de adel en/of rijke burgerij, die volgens de modetrend van die tijd, leerden paardrijden. Dit betekent echter geenszins dat de processie zelf niet veel ouder is. Maar voor een zeer vroege aanwezigheid van paarden in de processie kan tot nog toe geen enkel afdoend bewijs geleverd worden. 

De vruchtbaarheid van de akkers

Johann Georg Adam Forster (Nassenhuben, 27 november 1754 — Parijs, 10 januari 1794), beter bekend als Georg Forster, was een duitse antropoloog, auteur van reisverhalen, botanicus, essayist, democraat, geograaf, natuurvorser, revolutionair en wereldreiziger. vergezelde de ontdekkingsreiziger James Cook op dienst tweede wereldreis als natuurvorser.

Vanaf de 17e, maar vooral de 18e eeuw duiken paarden op in de historische bronnen over Hakendover. Op een paar bedevaartvaantjes, maar ook geschreven bronnen zoals de teksten van Pieraerts en Cartuyvels “vermelden” de aanwezigheid van paarden in de processie van Hakendover.  

Op een bedevaartvaantje uit de tweede helft van de 18e eeuw, zijn meerdere paarden afgebeeld. Een andere leuke anekdote uit die tijd is terug te vinden in de werken van George Forster.

Op een postkoets ontmoette hij een “waardin” die vol lof sprak over de paardenprocessie. Als wetenschapper zei hij haar dat hij er van overtuigd was dat het getrappel van de paarden geen schade kon toebrengen aan de jonge gewassen. Waarop zij met een veelbetekenende blik antwoordde: “Ja, zonder twijfel is de macht van God groot.” Hij zweeg en besefte dat het weinig zin had om daar tegen in te gaan. 

Dit verhaal maakt wel duidelijk dat zeker al van in de 18e eeuw, het geloof bestond dat het hoefgetrappel geen negatief effect had op de ontwikkeling van de veldvruchten, maar eerder het omgekeerde resultaat. Het verband met “vruchtbaarheid” en “landbouw” was dus wel degelijk aanwezig. Toch vormt ook dat verband geen bewijs voor een vroege aanwezigheid van paarden in de processie. 

Besluit

De oudste vermeldingen van paarden in de processie dateren aldus uit de Nieuwe Tijd, en niet uit de middeleeuwen. Dat geldt nagenoeg voor alle ruiterprocessies in Europa. Net zoals in Hakendover ziet men in Oostenrijk de jaarlijkse processie van het "Osterreiten" als een overblijfsel van voor-christelijke (heidense, Keltische...) vruchtbaarheidsrituelen. Toch ook daar bestaan er geen historische bronnen die ouder zijn dan de 17e of 18e eeuw.

Er zijn diverse redenen om aan zo'n (vroege) oorsprong te twijfelen. Voor het jaar duizend kwam het paard als trekdier in de landbouw nauwelijks voor. De uitvinding van het haam zou het gebruik van paarden als landbouwdieren mogelijk maken vanaf de 11e eeuw. De enigen die over een paard beschikten, waren ridders (ritters, ruiters). Zoals gezegd lijkt het ook erg onwaarschijnlijk dat boeren als ruiters te paard zouden deelnemen aan de processie. Van het bekende "Brabantse trekpaard" was er in die periode al evenmin sprake: het "bestond" gewoonweg nog niet.

Het lijkt heel aannemelijk dat de aanwezigheid van paarden in de befaamde processie van Hakendover pas is opgekomen vanaf de zestiende en vooral de zeventiende eeuw. De ruiters waren naar alle waarschijnlijkheid leden van de adel en/of rijke burgerij, die volgens de modetrend van die tijd, leerden paardrijden. Dit betekent echter geenszins dat de processie zelf niet veel ouder is. Maar voor een zeer vroege aanwezigheid van paarden in de processie kan tot nog toe geen enkel afdoend bewijs geleverd worden.

Contacteer ons nu