Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

Mirakelverhalen

Bekend  

Bets onderscheidde in zijn werk "De geschiedenis der gemeente Hakendover en dezer mirakuleuzer Kerk" twee soorten mirakelen. De eerste soort -waartoe de legende van de kerk behoort- zijn diegene die na een onderzoek door de hogere Kerkelijke instanties worden goedgekeurd. De tweede soort omvat de anekdotische mirakelverhalen die eerder behoren tot het domein van de volksdevotie en de belangrijkheid van één of ander heiligdom moesten benadrukken.   Wellicht het allerbekendst is het verhaal van de boer die de processie de doorgang over zijn akkers verbood. Hij oogstte niets dan lege graanhalmen. Zeer beroemd is ook het verhaal over het beeld van de Goddelijke Zaligmaker dat toen de processie op een keer door de slechte weersomstandigheden was afgelast, de tocht zelf aflegde. De volgende morgen hing de zoom van het kleed vol modder. 

Bedevaartsvaantje  

Bedevaarders komen naar de kerk van Hakendover, bedevaartvaantje

Op het oudst bekende bedevaartsvaantje (ca. 1700 ?) lezen we: "Dooden zijn hier verwekt, de Duyvels uytgedreven, die Stom voor was, spreckt, de Kreupelen ook genesen." Op een vaantje uit de tweede helft van de 18e eeuw zien we op één van de binnenmuren van de kerk geofferde krukken en ex-voto's (Van Eeckhoudt). 

Cartuyvels  

Het boek van Cartuyvels

Over dergelijke "mirakels" wordt melding gemaakt door Pieraerts en Cartuyvels in hun boeken over de kerk en de legende van Hakendover. Arnoldus Pieraerts pastoor van Hakendover van 1650 tot 1693 liet bij Petrus Sassenus te Leuven een boekje drukken met de welluidende titel: " Een cort, claer ende waerachtig verhael van den oorspronck ende voortganck der stichtinge, mitsgaeders oock van die ghedurighe devotie der mirakuleuze kercke des Salichmaeckers des wereldts in de parochie van Haeckendover"Het boekje werd ook in het Frans vertaald en werd meerdere malen heruitgegeven. Zijn opvolger Franciscus Cartuyvels herwerkte en verbeterde het boekwerk en in 1704 werd het heruitgegeven bij L. Fauconier, drukker te Tienen. Het verscheen nu onder de titel: "Kort, klaer en waerachtig verhael van den oorsprong en voortgang der stichtinge van de mirakuleuze Kerke van den Zaligmaeker des werelds in de parochie van Haeckendover oft Haeckendoren" 

Cartuyvels haalde naast de bul van 1508 en andere stukken die de echtheid van de legende moesten staven, ook talrijke mirakelverhalen aan. 

"Me dunkt dat het een groter mirakel is dat een zondaar en kind van God wordt en een plaats krijgt in het Rijk der Hemeln als dat een blinde het zicht herwint..." vat Cartuyvels zijn schrijven over de mirakels die zich te Hakendover voordeden aan. "Ik kan zeggen dat God hier bijzonder dikwijls het hart der mensen die hier in de kerk komen en die vele jaren in gruwelijke zonden hebben geleefd, raakt. Sommigen zijn hier zo inwendig getroffen geweest dat zij niet langer in hun "verdoemde" staat konden blijven. Hun benen beefden als zij hier in de kerk voor het altaar van de Zaligmaker stonden. Zijn dat niet bijzondere werken van de Zaligmaker? Wij zal dan nog twijfelen aan de heiligheid van deze plaats? Wie zal dan niet met alle mogelijke devotie deze kerk bezoeken?" 

De eerstvolgende paragraaf in zijn boek handelt dan over "de mirakelen aen het lichaem". De vermelde mirakels zijn afkomstig uit een op 19 juni 1441 door Joh. de Broekhuysen opgesteld perkament dat zich in de archieven van het bisdom Luik bevond. 

"Margareta Koopmans, wonende te Oplinter, werd moeder van twee kinderen, waarvan één dood ter wereld kwam. De buurvrouwen, door medelijden bewogen, droegen het kinde naar Hakendover en baden tot de Goddelijke Zaligmaker om het te doen herleven zodat het het doopsel kon ontvangen. Het kind werd levend en ontving het doopsel. Het zou zijn broer overleefd hebben." (aangehaald door Bets) 
"Twee mannen kwamen naar Hakendover om een beschamende zonde te biechten. Door een ingeving van de duivel besloten ze weerom huiswaarts te keren zonder te biechten. Maar de Zaligmaker belette hen dit. Toen zij de kerk wilden verlaten slaagden zij er niet in de uitgang te vinden. Daarop hebben zij hun zonden beleden en gebiecht." "Een stomme vrouw uit Bunsbeek bad tot de Zaligmaker en kreeg de spraak terug." 

Cartuyvels besluit deze passage met "daer staen noch andere Mirakelen, die te lang zouden vallen om die altemael hier te verhaelen". Vervolgens behandelt hij de mirakels die zijn opgetekend in de registers van het Roodklooster "alwaer ik onlangs gehaelt hebbe een Copye, die by my noch is berustende, en is ondertekent door den Eerweerdigen Heere Petrus du Mont, Prior van 't zelve Klooster, en Commissaris, en door Antonius de Leenheere, licentiaet in de HH. Godheyd, Supprior aldaer." Toch ook deze mirakels geeft hij niet allemaal weer, hij zegt alleen "een ofte twee van de voornaemste" te willen weergeven. 

"Een man uit het dorp reed met een zwaar "met groen Kruyden" beladen wagen naar de molen. Zijn kind liep naast de wagen. Toen de wagen stil stond staken de vliegen de paarden zo erg dat de paarden op hol sloegen. Het kind kwam onder het rad van de wagen terecht en stierf ter plekke. De inwoners brachten het kind naar de kerk en legden het op het altaar. Zij baden tot de Zaligmaker om het kind "wederom 't leven te vergunnen". Het kind stond op zoals iemand die uit een slaap ontwaakte en is vijfentwintig jaar oud geworden." Bets voegt er nog aan toe: "... maar droeg altijd op een zijner ooren het teken van het rad, hetwelk erover gedraaid had." 
"Een jonge edelman wonende aan het hof van de hertog van Brabant was van de duivel bezeten. Hij werd zo beroofd van zijn zinnen dat men hem ijzeren ketens moest vastbinden. Op zekere nacht verscheen hem de Goddelijke Zaligmaker die hem kenbaar maakte dat hij verlost zou worden als hij de kerk van Hakendover zou bezoeken. Hij beloofde het enriep tot zijn vrienden: "Ey ontbind my! en laet my volbrengen het gene ik belooft hebbe; want door de genaede des Zaligmaekers, ben ik verlost, en heb myn zinnen wederom gekregen; wiëns H. Beeld ik wille gaen bezoeken." Hij kwam naar Hakendover en dankte de Goddelijke Zaligmaker." 

De prior van het Roodklooster ondertekende "tot getuygenisse der waerheyd" met "Frater Paulus Schooff, Prior Monasterii S. Pauli, in Rubea valle". Bets vermeldt dat een kopie van het oude handschrift berustte "in de kerk alhier". Nog volgens Bets werd in het middeleeuwse Hakendover een mirakel met klokgelui feestelijk en openbaarlijk 'aangekondigd'. Uit de rekeningen daarvoor gehuden trok Thomas Bodart, pastoor van 1626 tot 1646 de volgende inlichtingen: 

"In 1422 overkwam een edele vrouw uit Loenhoven een mirakel en een jongeman werd van de duivel verlost. Tien jaar later geschiedde een kind van Neerlinter een mirakel" 

Op oude bedevaartvaantjes is te zien dat in de kerk ex-voto's , krukken en andere voorwerpen als teken van een bekomen genezing werden achtergelaten. Zo zou ten tijde van Cartuyvels een breukband zijn bewaard gebleven opgeofferd aan de Zaligmaker door een man van Hoegaarden die door het aanroepen van de Zaligmaker was genezen. Michael Koninckx, koster van onze kerk getuigde hem gezien en gekend te hebben in het jaar 1594. 

Op zekere dag kwam deze zelfde koster van de klokken te luiden. Het was een duister en winderig weer en er hing onweer in de lucht. Op het midden van de zoldering zag hij tot zijn verbazing drie regels geschreven "met een allerzuyverste wit couleur". De rest van de zoldering was mochtans zwart. De koster haalde er pastoor A. Sambeeck bij. 

"De Wethouders die vergaedert waren in de gebuerte, mits dat het Genecht was kwamen ook geloopen, en zien het met verwondering aen; maer niemand en konde het zelve lezen, niet-tegen-staende den Heere Pastoor dat uyt-geschreven hadde: dit schrift bleef daer ontrent een half ure." 

Bommen  

Het aantal bedevaarders op de paasdagen was vroeger zeer groot.

Ook in de twintigste eeuw zijn tal van verhalen blijven voortleven. Opmerkelijk is dat ook heden ten dage bepaalde (eigenaardige) voorvallen als mirakels worden geklasseerd door de lokale bevolking. In de jaren '80 zagen minstens 3 dergelijke verhalen het levenslicht. Toen een boer de toegang over zijn akkers verbood, was het voor de Hakendovenaars onmiddel­lijk duidelijk wat er zou gebeuren. Op de plaats waar normaal het altaar had moeten staan, groeiden nu geen suikerbieten. Het gerucht verspreidde zich snel. Naar verluidt kwamen zelfs mensen van de Tiense Suikerraffinaderij een kijkje nemen. Uiteraard gingen ook tal van dorpelingen poolshoogte nemen. De andere verhalen kunnen we om welbepaalde redenen niet aanhalen, maar leven in Hakendover als een soort van "publiek geheim".  Ook het feit dat de kerk werd gespaard van bombardementen wordt toegeschreven aan een bovennatuurlijke tussenkomst. We noteerden recentelijk een paar verhalen: 

"De kerk van Hakendover bleef van verwoesting gespaard doordat de bommen rond het kerkhof vielen." "De kerk van Goetsenhoven werd gebombardeerd omdat er een Franse uitkijkpost zat. In de kerk van Hakendover zat een Belgische uitkijkpost. De Duitsers waren hiervan op de hoogte en stuurden een bommenwerper. Boven de kerk gekomen bleef het vliegtuig op wonderlijke wijze hangen en als door de hand Gods geslagen (letterlijk!) werd het tegen de grond gesmakt." (Goetsenhoven, 1993) 

Zo zie je maar, de mirakels zijn de wereld nog niet uit...

Contacteer ons nu