Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81
Processieweg
de geschiedenis van een straat

Straatnaam

De huidige Processieweg is van oudsher de belangrijkste straat in het centrum van het dorp, niet in het minst omdat de processie op paasmaandag dit traject volgt. Doorheen de tijd is het begin- en eindpunt van die weg wel eens gewijzigd, vooral wat "naamgeving" betreft. Thans loopt de weg van aan de Houbaertstraat, via de aansluiting met de Putstraat en langs de kerk door tot aan de splitsing met de Bosveldstraat.
In de zeventiende eeuw heette het deel van kerk tot aan de Bosveldstraat ‘Dorp Straete’(1635) en ‘dorpstraet’(1651). Het deel ten noorden van de kerk (tot aan de Putstraat) is de ‘Kerkstraet’. De Hakendoverstraat droeg in die tijd de benaming ‘Lievenheerenbornstraet’. Op de kadasterkaart van Popp (1860) liep de Kerkstraat dan weer van aan de Putstraat langs de kerk door tot aan de Oude Heerweg. Tijdens de twintigste eeuw gebruikten de inwoners de benamingen Kerkstraat en Dorpstraat vaak door elkaar. Op de gemeenteraadszitting van 17 januari 1977 veranderde de benaming officieel in “Processieweg”. Het startpunt ligt bij de aansluiting van de Putstraat en loopt tot kruising met de Bosveldstraat.
De dorpskern in 1746

De straten in de oude dorpskern
Volgens F. Vollon is de plaatsnaam Hakendover afgeleid van “hakendieperik”. Dit zou er op moeten wijzen dat de “Dieperik” langs de huidige Hakendoverstraat het oudst bewoonde punt in het centrum van het dorp is. Die kans is zeer reëel. De kerk is gebouwd in de nabijheid van beek en bron, op het 'hoogste' punt van de dorpskern en midden tussen twee grote heuvelruggen (Tiense Berg en Steenberg/Ezemaalseberg).
Toch zal reeds vrij vroeg bewoning zijn ontstaan langs de huidige Processieweg. Immers, gezien het stijgend belang van Hakendover als bedevaartplaats (vooral vanaf de vijftiende eeuw) zal de functie van die weg als de centrale as waarlangs de paardenprocessie haar jaarlijkse tocht begint, zijn toegenomen. De Processieweg loopt nagenoeg evenwijdig met de Ramshovense beek. De tuinen en boomgaarden die langs de westkant van de weg zijn gelegen, grenzen aan de beek. Oude kaarten maken duidelijk dat enkel die kant van de weg bebouwing kende. Op de plaatsen waar zich nu de hoeve Sissen (op de splitsing met de Bosveldstraat) en de hoeve Struyven (aan de kerk) bevinden, lijken er al minstens 300 jaar grote gebouwen te bestaan.
Namen met beemdzijn in Hakendover zeer veelvuldig (…) De voorbepaling wijst in een aantal gevallen op de begroeiing. (…) Op D323 ligt een smalle beemd, langsheen de Ramshovensebeek, aan het uiteinde van de Biebeemdstraat. Deze weide heet Biebeemd, in 1846 Beebempd geschreven. De naam is te vergelijken met het Bieveld in Hoegaarden, genoemd naar de bie of bij, het bekende insekt” (Kempeneers). In de nabijheid moet zich in oude tijden ook een bos hebben bevonden. Hiernaar verwijst de naam 'Bosveld' (de aangrenzende 'Bosveldstraat').
De dorpskern in 1764

Bewoning en gebouwen

Voor de kerk, aan de oostkant van de Processieweg stond een waterpompdie op foto's uit begin twintigste eeuw nog te zien is (zie afbeelding). Op kaarten uit de 18e en de 19e eeuw is er weinig bewoning te zien aan de oostkant van de Processerweg. De bewoning lijkt geconcentreerd rond de kerk.
Misschien zijn delen van de kelders van de hoeve Merckx-Roggen nog restanten van de vroegere brouwerij. Het woonhuis van de huidige boerderij dateert vermoedelijk uit begin 19e eeuw (omstreeks 1800), de overige delen zijn opgetrokken in de tweede helft van de negentiende eeuw. De gebouwen aan de "tuinkant" zijn vermoedelijk het meest recent. Een balk boven een deurstijl vermeldt het jaartal 1890.
Achter de kerk vinden we de hoeve van Frees die eveneens een lange geschiedenis kent. De kelders van dit gebouw zijn uit ruwe natuursteen (tufsteen?) opgetrokken en ademen een ver verleden uit. Het is echter moeilijk om ze precies te dateren. Voor deze hoeve is er nog geen historisch speurwerk verricht. De nabijheid van kerk en pastorij onderstrepen het belang van de ligging.
Franciscus Cartuyvels pastoor van Hakendover publiceerde in 1704 bij L. Fauconier, drukker te Tienen een boek met de titel: "Kort, klaer en waerachtig verhael van den oorsprong en voortgang der stichtinge van de mirakuleuze Kerke van den Zaligmaeker des werelds in de parochie van Haeckendover oft Haeckendoren".Het werk bevat een opvallende getuigenis over de bewoning rond de kerk. Hij beschrijft hoe de huizen van Hakendover werden vernield. De inwoners waren gedwongen barakken op te trekken tegen de muren van de eveneens vernielde kerk. In 1610 was de kerk weer hersteld, maar in het jaar dat Cartuyvels zijn boek uitgaf, kon je aan de kerkmuren nog altijd de sporen van de barakken zien.
"Noch erger is'er geschied ten tyde van de Muyteneerders door de welke dit Dorp geheel is af-gebrand geweest, en ook de Kerke, in't jaer 1604. in-der-voegen, dat'er van de Kerke niet is overgebleven als de mueren rond-om, en den thoren: zoo dat de Gemeynte geen huyzen hebbende, waeren genoodzaekt Barakken te maeken rond-om de mueren van de Kerke, zoo men tot nu toe noch kan zien aen de mueren: en dat meerder is, in het midden van den oorloge en desolatie, is deze Kerke herbouwt, en wederom in staet gestelt in't jaer 1610. ..."
Voor de 17e eeuw (1601 - 1700) beschikken we over een kaartboek waarin de bezittingen van de Hakendoverse kerkfabriek zijn opgetekend. Naast enige kaarten, krijgen we ook een beschrijving van de percelen grond. Nu en dan vermeldt het boek eveneens de namen van de eigenaars van aanpalende stukken grond.
We vinden er een beschrijving in van de gronden gelegen aan 'Die plaetse': het schuttershof, gronden van de kerkfabiek… enz. We zien als eigenaars: Ma(c)hiel Davidts, Pantevraes d'Arden (?), pastoor Arnoldus Pieraerts en Christiaen Bans… Aan de noordwestkant van de straat stond tegen het kerkhof aan een huis en hof 'toebehoorende Jan de Velde'. Lager in de straat stonden een huis en schuur 'toebehoorende die weduwe Bartholomeus Van Essche'. Daarachter lag een grote boomgaard. De gronden langs de beek waren eigendom van Jan Peyssens evenals de lagergelegen gronden en gebouw langs de straatkant (huidige hoeve Sissen). Aan het kruispunt met de Putstraat bevond zich de 'kalkpoel' . Meteen daarnaast op de plaats waar zich nu café Korenbloem bevindt, stonden reeds enige woningen/gebouwen. Volgens Stany Grossen, kleinzoon van Julien Grossen, werden café en zaal de Korenbloem in 1909 gebouwd langs de huidige Processieweg. Voorheen bevond het stamlokaal van toneel- en zangvereniging Korenbloem zich op de Oude Heerweg.

Brand?
Op 15 maart 1793 achtervolgde de Oostenrijkse prins Karel de Franse veldmaarschalk Lamarche en hij maakte in Tienen een 300-tal gevangenen. De volgende dag snelde generaal Dumouriez zijn voorhoede ter hulp en heroverde Tienen. De gevechten 'kostten het leven' aan 800 Oostenrijkers. Een dag later raakten beide legers weer slaags tussen Hakendover en Goetsenhoven. Prins Karel vield de Fransen aan die zich in twee linies hebben opgesteld te Hakendover waar ze hadden postgevat achter hagen en in tuinen. Zijn troepen haalden verscheidene malen uit naar de Fransen en maakten zich meester van een geschut dat op een heuvel stond opgesteld. Het vijfde regiment huzaren drongen onder leiding van de generaals Lamarche en Valence de Oostenrijkers terug. De prins wilde zich richten op de rechtervleugel van de Fransen maar generaal Neuilly had dit doorzien en versterkte die kant. Weerom bleven er 800 Oostenrijkers (gesneuveld, gewond of als gevangene) achter op het slagveld.

Het was ijzig koud die dag in maart. Sneeuw stoof op onder de soldatenlaarzen en kleurde hier en daar rood onder het bloed van een gesneuveld of gewond soldaat. De inwoners verborgen zich in kelders en woningen, misschien zelfs in de kerk. Het anders zo vredige landschap lichtte helrood op wanneer in tien van de belangrijkste woningen de rode haan kraaide. Vermoedelijk hoorden het schuttershuis bij de kerk en mogelijk ook de (voorloper van de huidige) hoeve Sissen bij de gebrandschatte woningen.
Munten
Bij verbouwingswerken in de vroege jaren vijftig van de twintigste eeuw, vond men bij het uitgraven van de kelders van het schuttershuis naast een skelet van een paard ook een menselijk skelet. Dokter Lievens die in allerijl bij de vondst werd geroepen, stelde vast dat het om een Oostenrijkse soldaat gaat. In een buidel bij het skelet aangetroffen zaten 44 voornamelijk Oostenrijkse munten uit de achttiende eeuw. De meeste munten dragen het opschrift 'USUM BELGII AUSTR' of 'AD USUM BELGII AUSTRI' met aan de kopzijde de beeltenis van Jozef II. Het oudste muntstuk stamt uit 1722, het jongste uit 1791. Dit laatste draagt de afbeelding van Lodewijk XVI 'Roi des François' en aan de muntzijde 'Regne de la loi, 30 sols, l'an de la liberté'. Later werd het nieuwe schuttershuis weerom op dezelfde plaats opgetrokken.
Plaats zat!
Aan de "plaats" bevonden zich een aantal herbergen. In het schuttershuis was van oudsher al 'voldoende' drank aanwezig. Plaatsnaamkundige P. Kempeneers ging te rade bij de “Revision des évaluation cadastrales” van 1896. Hierin staan een viertal herbergen beschreven die zich eind negentiende eeuw langs de Processieweg bevonden.Op perceel D119d stond het “café et boutique “ van Frederic Ponsaerts-Goyens. Bij de 'plaats' bevonden zich de 'herbergen van de weduwe Charles Lecock Maes (D139b) en van Joseph Ambroes Kinnaer ( D105b).' Op de hoek van het kerkpad baatten de kinderen van Frederic Ponsaerts Goyens een “Maison et cabaret” uit. Let er wel op dat de franstalige benamingen uit de kadastergegevens niet noodzakelijk ook de echte namen van de cafés waren. Servaes Kinnart noteerde op één van zijn tekeningen de naam "Chez de Koster" als de benaming voor dit café.
Op oude postkaarten (zie afbeelding) is nog duidelijk het uithangbord te zien.

Burgemeester Goyens
Gedurende eeuwen waren de meeste straten aardewegen. Het enige vervoermiddel was paard en kar en daar beschikte niet iedereen over. Toch was de 'Processieweg' steeds een druk gebruikte weg, alhoewel slechts een paar dagen per jaar. In zijn boekje 'Handboek' voor de leden van het broederschap van den Allerheiligsten Zaligmaker' van E.H. Van Aerschodt lezen we:
'Eindelijk kunnen wij niet ontkennen de diensten aan die vermeerdering van toeloop bewezen door de zorgen van onzen deftigen Burgemeester den heer Hendrik Goyens, die den toegang naar onze kerk grootelijks vergemakkelijkt heeft door de merkelijke verbetering van alle de dorpstraten, en van alle de wegen die er naar toe leiden en ons verbinden met de omliggende dorpen en de verschillige statien van den ijzeren weg”.
Burgemeester Goyens (geboren in 1805) moet indruk gemaakt hebben op de inwoners van Hakendover. Bij de ingang van de toenmalige 'school' kon men op een blauwstenen plaat lezen.
“La commune de Haekendover Wulversom à son bourgmestre Henri Goyens 1866”.
Die steen werd jaren geleden teruggevonden op de Oude Heerweg en is opnieuw verwerkt in de voorgevel van een woning. In diezelfde periode werd ook de (huidige) muur rond het kerkhof opgetrokken. De kabinetskaart uit 1764 doet echter vermoeden dat er ook daarvoor al een muur rond het kerkhof aanwezig was.
In de negentiende eeuw stond de spikdoornnog aan de oostkant van het kerkhof. duidelijk te zien op de afbeelding hieronder. Op de afbeelding zijn de hoeve van "Piës" en Pachtes duidelijk te zien.

Het oude huis van "Juikes" tussen Struyven en Simons verdween in de loop van de jaren 1980 onder de sloophamer. Het dateerde vermoedelijk uit de zeventiende of achttiende eeuw, gezien de bouwstijl. De onderstaande postkaart dateert uit het einde van de negentiende eeuw. De straat is reeds verhard met kasseien en de pomp is aan de rechterkant te zien. De sacristie (gebouwd in 1912° was er nog niet en ook de wijzerplaat op de kerktoren ontbreekt.
De dorpskern in 1869 (Dépôt de la Guerre)

De dorpskern in 1860

Zij leerden hun volk bouwen
'Hij leerde zijn volk bouwen,' kan met recht en rede gezegd worden van Karel Fillet (16/02/1880 - 31/03/1955) die zijn vader opvolgde in de metsersstiel. Samen met vader Ferdinand en 'diender' Logist uit Eliksem begonnen ze aan de bouw van de huizen nrs.68, 66 en 64 langs de Processieweg. In de sluitstenen van de ontlastingsbogen boven de vensters zien we het jaartal 1906. In opdracht van de kerkfabriek bouwde hij in 1910 aansluitend een vergaderzaal en opslagruimte. Dit gebouw werd later tevens benut door de Boerenbond en tot op heden noemt dit gebouw in de volksmond 'Boerenbond'.
‘Het is een langgerekt gebouw in baksteen met in de voorgevel een poort en deur, met daarboven ene venster. De poort geeft toegang tot een ruime bergplaats waarin oude kerkmeubelen en processiestukken werden ondergebracht. De deur geeft toegang tot een klein portaal met wenteltrap naar de bovengelegen vergaderruimte en bibliotheek. Buiten de vergaderingen belegd door de pastoor, werd de zaal veelvuldig gebruikt door de Boerenbondvoor inlichtingsvergaderingen, besprekingen, het bestellen van zaaigranen, plantaardappelen, meststoffen enz.’ Het gebouw noemt men nu nog ‘de Boerenbond’. De bibliotheekwas goed voorzien en werd druk bezocht, maar na 1946 was er vrijwel geen belangstelling meer voor. In 1965 waren alle boeken verdwenen.’ (V. Respen). Toen ze aan de bouw van huis nr. 64 begonnen werd Ferdinand ziek.
Tientallen gebouwen in Hakendover werden opgetrokken door Karel: rijhuizen, boerderijen, schuren... En ook buiten het dorp was hij actief: Oplinter, Meer... In Drieslinter werkte hij mee aan de bouw van de kerk. Het laatste door hem gebouwde huis is nummer 17 op de hoek van Hakendoverstraat en Dertienmaalweg. Zij werkten toen reeds met een soort van 'sleutel-op-de-deur'-formule. In het 'bouwseizoen' waren zij druk in de weer met hun metselwerk. Tijdens de wintermaanden zorgden ze voor de schrijnwerkerij. Van historisch belang is dat zij voor het eerst op grote schaal bakstenen woningen gingen bouwen. De oude lemen boerderijen ruimden stilaan plaats voor stenen gebouwen. Andere lemen woningen kregen in plaats van het aloude strooien dak een pannendak. De noden en de financiële middelen van de moderne tijd droegen hiertoe bij.
Auteur: Kris Merckx

