Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

Lourdes voor verzamelaars

Liefdesnestje

De lourdesgrot langs de Processieweg werd in 1952 gebouwd, na een bezoek aan Lourdes.

Mijn grootvader langs vaderskant had een handel in steenkool. Jarenlang had hij een magazijn in Tienen, maar eigenlijk woonde hij met zijn gezin in Kumtich. Vandaar dat mijn pa zijn hele boerenleven lang nog landbouwgrond heeft bewerkt in Kumtich en Tienen. En ook al liggen Kumtich en Hakendover waar mijn moeder geboren is, maar een boogscheut uit elkaar, was het in Lourdes waar ze elkaar voor het eerst ontmoetten. De vogel der liefde had gezongen en het duurde niet lang voor mijn vader in Hakendover kwam aankloppen met één van zijn kanarievogels als geschenk. Wat doet een mens al niet als hij van pure verliefdheid aan het zweven gaat. Toch deden ze er beiden nog 10 jaar over vooraleer ze uiteindelijk trouwden in 1962.

Dat bezoek aan Lourdes had nog een ander, meer in het oog springend, gevolg gehad. Tijdens die Lourdesreis in 1952 was een Mariabeeld aangekocht en dat moest nu een gepast plaatske krijgen in het dorp. De plaatselijke metser kreeg de opdracht om naar het voorbeeld van Lourdes een grot te bouwen in Hakendover tegen de gevel van de schuur. Daar kreeg het beeld van de moeder maagd een nieuw onderkomen en daar staat het nog tot op de dag van vandaag. De grot werd gebouwd op gemeentegrond, maar daar had het toenmalige gemeentebestuur van Hakendover geen bezwaar tegen. In onze tijd wordt al voor minder een huis gesloopt, maar toen kreeg je er officiële toelating voor. Toen stak dat allemaal nog niet zo nauw.

Bidfrons

In de meimaand kwamen de pastoor en zijn meid en een schare gelovige dorpsvrouwen er elke maandagavond na de avondmis een rozenkrans bidden. Het had wel iets. Ge zag dan de pastoor en zijn gevolg van kerkgangers al van boven aan de kerk onze richting uitkomen. Wij stonden dan in het gat van de deur te wachten terwijl pe (ons tante) de kaarskes in de grot aanstak. Alhoewel ik het schone van de traditie wel inzag, hoopte ik toch altijd in stilte dat ze tegen dat ze thuis aankwamen al een stuk van hun rozenkrans hadden afgehaspeld.

Het één weesgegroet volgde op het ander, om de 9 of 10 gebeden eens afgewisseld met een Onze Vader. Ge moet tenslotte ook eens aan de mannen denken. En op het einde volgde dan de litanie. Mijn zussen en ik en waarschijnlijk nog een hoop anderen, deden ons best om elke tekst mee te zeggen of tenminste te antwoorden op wat de pastoor zei.

Geestelijk vat, bidfrons. Eerwaardig vat, bidfrons. Heerlijk vat van godsvrucht, bidfrons. Mystieke roos, bidfrons. Toren van David, bidfrons. Ivoren toren, bidfrons. Gouden huis, bidfrons.

Rik de "metser" bouwde de grot.

En zo ging dat een tijd door. Ik probeerde bij elke bidfrons mijn wenkbrauwen wat naar mekaar toe te trekken, maar dat was schijnbaar niet de bedoeling. Het heeft jaren geduurd -ik denk dat ik 18 was- vooraleer ik door had dat het eigenlijk "bid voor ons" moest zijn. Maar kom. Wat de pastoor zei, daar had ik al helemaal geen kaas van gegeten. Een geestelijk vat, had waarschijnlijk niet veel te zien met een vat bier of jenever, maar wat het dan eigenlijk wel inhield, vroeg niemand -buiten de pastoor misschien- zich ooit af. Bij die Ivoren Toren en het Gouden Huis kon ge u gezien de louterende woonplaats van Moeder Maria in de hemel, wel iets voorstellen. Maar van enige vorm van versterving getuigde het dan ook weer niet. 

Ge vraagt u zelfs af hoeveel olifanten ze daar in den tijd hebben moeten voor afslachten om zo een ivoren toren te bouwen. Ge zou het in deze tijd eens moeten doen. Moeder Maria zou rap haar goede naam kwijt zijn. Keizer Nero, en die had toch niet bepaald een goede naam, had naar het schijnt ook een gouden huis voor zijn eigen laten bouwen, maar bij hem steken ze dat dan op het feit dat die niet goed bij zinnen was. Dat zou ge eens van het Lievrouwke hebben moeten zeggen, daar bij ons aan de grot. Het kot was te klein geweest.

De vrouwen hielden de hele tijd al biddend de tel bij door de zwarte boontjes van hun paternoster tussen hun vingers door te laten glijden. Op hun gezicht trachtten ze de meest vrome trek tevoorschijn te toveren, ook al zag ge dat het sommigen wat moeite kostte. Een mens heeft soms zo veel miserie die ge niet zonder meer -met of zonder washandje- weg kunt vegen. Maar gelovig waren ze wel, de meeste van die vrouwen, ook al zag ge het niet altijd aan iedereen zijn levenswandel. Want na die ronde weesgegroetjes en dat gepaternoster aan de grot, zag ge aan het gefezel en het aantal keren dat sommigen stopten op de bergop richting kerk dat er weer van alleachterklap werd uitgewisseld. 

Verzamelen

Toch speelde bij mij altijd de vraag waarom een hele paternoster van gebeden beter was dan één simpel gebed, en wat die hele litanie ons of de Moeder Maagd nu werkelijk bij bracht? Dat is geen diep theologische vraag, maar waarom meer doen als ge met minder hetzelfde bereikt? Dat is in mijn ogen vooral een vraag van praktische aard, ook al had ik op zich niks tegen die bijeenkomsten. In de meimaand denk ik er vaak niet zonder weemoed aan terug.

Ik stelde me altijd voor dat het zoiets was gelijk punten van Artis Historia of Valois verzamelen. Als ge er genoeg hebt verzameld, mocht ge ze inruilen voor prenten (die ge in een boekske dat ge eerst nog moet kopen, kunt plakken) of voor een waardeloos (met een dunne laag namaakzilver overblazen) bestek. Alleen duurde het wat langer voor ge er uw profijt kon uithalen. Stelt u voor dat we aan de grot hetzelfde hadden gedaan, dat ge voor elk weesgegroet een prentje van een coureur kreeg dat ge dan achteraf in een leeg prentenboek van Panini mocht plakken na een bezoek aan de hoogmis op zondag. De kerken hadden zonder twijfel afgeladen vol gezeten met kinderen.

1 mis per jaargetijde

Ook Marcel onze hulpkoster en de nonnekes van de zustersschool moeten daar opgekomen zijn, op dat gedacht. Want als kind van de zustersschool kreeg ge een kaart waar ge bij elk kerkbezoek een stempel moest laten op zetten door Marcel. Als misdienaar had ik dikke chance, want bij ons deden ze op maandag-, dinsdag- en vrijdagavond telkens 2 missen na elkaar, weliswaar voor hetzelfde volk. Maar de pastoor vond niet dat ge één mis voor 2 jaargetijden (herdenkingen) kon doen. Dat vond hij een vorm van profiteren, zei hij altijd als hij thuis op bezoek kwam. De mensen betalen voor een mis, en dan krijgen ze een mis. Twee keer laten betalen voor één mis, dat kan niet. Kon ge hem ongelijk geven? Maar enfin, ik kon aldus door zoveel missen te dienen, een pak stempels verzamelen. 

Marcel die zette er soms al eens een stempel extra op, maar dat moest tussen ons blijven, zei hij. Hij was me altijd goed gezind, Marcel, misschien ook omdat hij als hij mest voor zijn hof nodig had, van mij pa altijd een paar emmers drek van het mestgat mocht meenemen. Mijn pa was daarin gelijk als de pastoor met zijn missen: ge verkoopt niet nog eens waar ge al aan verdiend hebt. Maar dat is natuurlijk andere kak. 

De zusters

Als uw kaart vol was, mocht ge op een avond na school tot bij de zusters gaan om ze in te ruilen voor een door de zusters gehaakt of gebreid spullement waar ge over het algemeen niet veel mee kon aanvangen. Maar het laten liggen als kind, dat deed ge niet. Op die manier verzekerden de zusters de kijkcijfers van meneer pastoor. Het was in elk geval gemakkelijker verdiend dan dertien jaar op rij het dertienmaal te lopen in Hakendover, maar daar kon ge dan wel een volle aflaat mee verdienen. Voor wat, hoort wat. Wat mijn uiteindelijke prijs voor mijn stempels zal zijn, daarop zal ik ook geen eeuwigheid meer moeten wachten. Maar het mag best nog een tijd duren, ik heb geduld.

Contacteer ons nu