Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81
Opbiechten
Akte van berouw
Een keer per trimester op zijn minst moesten we te biechten gaan, zo heette dat. Dat was wel plezant, zo'n keer, want ge kreeg geen les. We begonnen dan 's morgens in de klas de akte van berouw te leren zodat we tegen de pastoor toch al iets konden zeggen. Daarna gingen we met de klas door het schoolpad langs de pastorij te voet naar de kerk. Langs de achterdeur aan het sacristijn (de sacristie) stapten we in stilte de kerk binnen. De pastoor zat meestal al in de biechtstoel te wachten. Dat had iets buitenaards. Het deed me altijd een beetje denken aan die onderwaterschermen van De Man Van Atlantis op TV. Maar raar was het ook, want normaal zag ik de pastoor nooit achter zo'n zifteke zitten. Als misdienaar kende ik hem redelijk goed.
Liegen in de biechtstoel
We namen plaats op de stoelen rechts van het altaar, met onze rug naar de biechtstoel. Daar wachtten we stilzwijgend onze toer af. Als de jongen of het meisje naast u terug op zijn plaats ging zitten, was het aan u. Dan stond ge in stilte op en ging ge naar de biechtstoel. Vervolgens schoof de pastoor zijn houten raamwerk met een zachte maar korte beweging open.
Mijn hart stond een oogwenk stil. Dan moest ik de akte van berouw beginnen, maar daar vergat ik altijd de helft van het schoon weer van. Ge wist tenslotte niet goed wat ge daar allemaal uit uw botten stond te slaan, al die religieuze woorden. Of was het van verbouwereerdheid, enfin. De pastoor vroeg dan: Als ge het niet meer kent, begin dan maar met uw zonden.
Als ge nog geen zonden had begaan sinds uw vorige biecht, dan was dit het uitstekende moment om er mee te starten. Liegen, dat ik daar gedaan heb in de biechtstoel! (lees verder onder de foto)
Ik heb vier keer godverdomme gezegd,
2 keer stomme zoeg gezegd tegen mijn zuster,
ik heb 4 keer niet geluisterd naar mijn ma,
en ik heb een keer gereclameerd dat ik mijn worst niet wou opeten.
Speciaal soort wiskunde
Wat moest een mens zo al zeggen. Meneer pastoor wist ook wel beter, maar hij liet ons doen. Allé, zeg nu zelf. Alsof ge het aantal zonden gaat opschrijven. Ik wist nochtans goed dat ik veel vaker stomme zoeg had gezegd. Daarna kregen we de absolutie, of hoe zeggen ze dat. Met een lichte lach op zijn mond zei de pastoor dan wat ik aan boete moest doen: 3 onzevaders en 2 weesgegroetjes of een ander combinatie of aantal. Ik heb mij lang afgevraagd hoe hij dat uittelde en of hij daar een speciaal soort wiskunde of tellen voor had gekregen op het seminarie. En naar alle waarschijnlijkheid zat ge dan niet gemengd als ge voor non of pastoor verder ging. Of het hielp al die gebeden, ik weet het niet.
2 onzevaders en
3 weesgegroetjes
Kruistekens
Plichtbewust als ik toen was, probeerde ik altijd meer te bidden voor de tijd die ik dan nog in de kerk moest doorbrengen. Ik deed alles minstens dubbel. Ge kon tenslotte nooit weten waarvoor het goed was. Ge had per slot van rekening er ook maar een slag naar geslagen in de biechtstoel. Ik voelde me daar wel wat schuldig over.
Bij zo één van die biechten kreeg ik het gedacht om voor elk in stilte gezegd gebed ook nog een kruisteken te maken. Zo werd de boetedoening in mijn ogen een pak straffer. En waarom niet nog een klein beetje meer? Een kruisteken bij het begin van een gebed en een kruisteken bij het einde van een gebed.
Op het eerste zicht leek dat nogal bizar. Stefan die naast mij op een kerkstoel zat, vroeg fluisterend waarom ik dat deed. Toen ik mijn uitleg mompelde, besloot hij stilzwijgend en instemmend knikkend, om hetzelfde te doen. Als het niet helpt, kwaad kon het zeker niet, was ons gedacht. Al snel ging het als een vuurke tussen de aanwezige kinderen rond, mijn goed gedacht. Alle kinderen begonnen in stilte het ene kruisteken achter het andere te maken.
Ik weet niet meer of het juffrouw Micheline of juffrouw Germaine was op dat moment, maar lachen kon ze er niet mee. Die peinsde natuurlijk dat wij er het zot mee aan het houden waren. Die ouder mensen en die juffrouwen peinzen altijd direct het slechtste van een mens; Een straffe boetedoening was het wel, want we gingen die dag allemaal met wat extra schrijfwerk naar huis.
En dan wil een mens al eens iets goed doen, zie!
Kris Merckx, 2012