Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

Een donkere nacht in 1939

1939. Als ge de krant las, dan waren de vooruitzichten niet goed. De Groote Oorlog vrat letterlijk nog aan de botten van de oude mensen en alweer hing er "la guerre" in de lucht. Duitsland ontvouwde stilaan zijn gruwelijke klauwen als een bloeddorstige vampier. De laatste verkiezingen hadden een politieke aardschok veroorzaakt. Extreemrechtse partijen als het VNV en REX staken hun banden met Nazi-Duitsland niet onder stoelen of banken. Te midden van al die miserie, maakten mijn grootouders nog hun eigen persoonlijke drama door. Een oorlog en een verlies zonder bloedvergieten. Pasen was nog maar net voorbij en in de boomgaard van de boerderij van Sissen was de spiegeltent afgebroken en opgekrast. De eigenaar had nog een dank u gezegd en was weer vertrokken voor een jaar... maar met de oorlog in het vooruitzicht was een kermis op Pasen 1940 lang niet zeker.

Een eigen kamer

Aan de deur van de zolder stond de bedspon van mijn eerste bedje. Mijn kinderbedje kreeg na mijn geboorte een plaatsje aan moeders kant van het ouderlijk bed. Ik keek door de tralietjes en zag mijn mama liggen. Niets bezorgt een kind meer rust dan de aanblik van zijn ouders. Nu staat de bedspon aan de zolderdeur omdat er op die plaats wat trapstijlen ontbreken. Het beschermt de onachtzame tegen een harde val, twee verdiepen lager. De dood is sneller dan het leven.

Lambert

De dokter kwam en zag. Het was te laat, de geliefde en slimme Lambert was niet meer. Het tijdelijke en het eeuwige, en nog zo van die zaken waar een mens dan weinig boodschap aan heeft op zo'n moment. De griep in de kop, had de dokter nog gezegd. Het was de week na Pasen. Het zou de maand van het nieuwe leven en de verrijzenis moeten zijn. Maar anders dan de Lieveheer stond hij niet op na drie dagen, Lazarus bleef slapen. Het jong leven was de kop afgesneden, zoals de kip wiens kop onder de hakbijl viel op de blauwe steen in de mesthof en in de soepketel gaar kookte voor de koninginnehap bij Pasen. Een heerlijke gevulde vidée. Een vreemde woordkeuze, als ge het op zijn Frans beschouwt. Leeg voelde het gezin zich, een gat dat nooit meer werd gevuld. De dood slaat gaten die ge met geen hamer en spijker kunt bekomen.

Lamberts kamer werd de mijne. De deur was in al die tijd niet vaak geopend. De oorlog van verdriet en ellende had hier veel langer geduurd, ook al had er geen bloed gevloeid. Van een oorlog loop je weg, maar altijd haalt hij u in. Grootmoeder stierf op Pasen 1971, zoals ze het zelf had voorspeld: Ik zal sterven op Pasen. Weer een dode op de dag der verrijzenis, net zoals mijn moeder later.

Mijn verhuis? Het moet ongeveer 1974 of 75 zijn geweest. Ik weet het niet meer precies, want de tijd en de klok hadden nog geen vat op mij. Mijn entree voelde vreemd, een stapje verder en te ver tegelijk, alsof mijn moeder voor het eerst mijn polleke losliet. De geest van Lambert vulde als een mist van een schimmig en droefgeestig verleden de kamer. Op de oude lavabo, de kom waaruit hij zich elke morgen waste net en keurig uitgelijnd op het marmeren blad. Het kleine bruine valiesje waarin hij prentjes verzamelde, stond er nog. De kaartjes die erin zaten, moesten er in blijven, waarschuwde moeder, en dat doen ze nog steeds. Prentjes van pausen en heiligen, doodsprentjes met donkere rouwranden en gepolijste gezichten van lang vergeten familieleden opgekleed in pakken waar ze bij leven niet in zouden hebben rondgelopen, prentjes met historische taferelen uit lang verteerde pakken chocolade, postkaarten van verdwenen gebouwen.

Angstdromen

Gruweldromen verstoorden vaak mijn nachten en dan weerklonk mijn kreet, een kreet van angst omdat wolven of spoken me omringden, angst voor wat ik niet zag achter de deur, voor het kraken van de zoldertrappen, voor het ritmisch geklapper van de luiken, voor mijn eigen hartslag die, als ik op mijn linkeroor lag, klonk als een legertje kleine soldaten die de zoldertrap af marcheerden. In mijn hoofd noemde ik dat gendarmen. Ik wist anders namelijk niet wat ik mij moest voorstellen bij zo'n woord. Klein zwarte mannekes op den trap van de zolder, keurig in het gelid, met een lichaam flexibel als die zwarte darmen tussen de tractor en de groei, waar ik ver van af moest blijven, veel te gevaarlijk, waarschuwde pa altijd. Ne slag ervan, van die nafterkas, en ge zijt dood. Zo dood als een met een schup in stukken gekapte piering. Zo dood als Lambert zaliger in zijn bed, in de week na Pasen 1939.

Mijn ma repte zich naar mijn kamer, zoals ons grootmoeder het moet hebben gedaan op die vreselijke avond in 39, en ze omzwachtelde me in haar armen. De troost en de warmte verjaagden de wolven in mijn hoofd en die wrede gendarmen op de zoldertrap. Hoe bang kan een moeder bij het gillen van haar kind zijn als ze haar eigen broer verloor, zo onverwacht in het kruipen van de avond?

Spiegel

Lambert was naar het schijnt een slim ventje met veel interesses. Hij had in de dagen voor zijn dood nog rondgehangen in de boomgaard waar hij zich vergaapte aan de opbouw van de spiegeltent die daar voor leut en vermaak zorgde tijdens de feestdagen. Daar kwam het jong volk van Hakendover en omgeving bij mekaar om hun Pasen te vieren. Hakendover telde toen meer dan één spiegeltent en een hoop cafés waar ge tegenwoordig nog van op uw gat zou vallen. Op school in Tienen en te voet op weg naar huis werd hij nogal vaak gepest, de jongen. Ze wachtten hem onderweg naar Hakendover op om het zot met hem te houden. Hij pakte vaak een andere weg om hen te kunnen ontlopen. Niet zo lang geleden vond ik zijn laatste schoolrapport terug.

De brief van de school van Lambert Roggen

Wat ons ma met tranen van weemoed in haar ogen altijd vertelde, klopte. Lambert was een slim manneke, zeker als ge zo zijn punten beziet. Hij kreeg nog complimenten van zijn meester vlak voor de paasvakantie. En dan stoppen de punten. Het rapport blijft leeg. Lambert is niet meer. Zijn klasgenootjes stuurden nog een brief aan zijn door verdriet overmande ouders. Die brief schrijven, dat moet als in een spiegel kijken zijn geweest, voor al die pestkopjes die hem lastig vielen op weg naar huis. Ziet ge het nu? Ziet ge uw eigen loos gedrag? Of kunt ge niet door uw ogen kijken naar uw eigen zielenroerselen? Houdt u zelf maar een spiegel voor. Ons moeder kreeg nog altijd een verkrampte boosheid in haar stem als ze over die pesters sprak. Ik zou ze verdomme nu nog een pandoering gaan geven.

Mobilisatie

De mobilisatie. Links staan Maria Roggen en Franciscus (Frans of Sissen) Roggen.

Moeder Maria Roggen, mijn eigenste grootmoeder, en Franciscus Roggen alias Sissen (vandaar nog altijd onze bijnaam), mijn bompa kregen een klop die ze niet meer te boven kwamen. Julie mijn moeder zou voortaan de opvolger worden. Zij en haar jongere zus Henriette zaten daar ook met hun eigen gemis en verdriet. Hun broerke, Lambert. De slimste van den hoop, was er niet meer. De komst van de oorlog kon het verdriet niet groter maken. Vaak heeft ons moeder ons verteld dat de mobilisatie een aantal maanden na Lamberts dood als een godsgeschenk kwam. Ze konden hun gedachten eens verzetten met al die soldaten en officieren die op de boerderij verbleven.

Maar dat is natuurlijk weer een ander verhaal...

Kris Merckx - 2016-2017

Contacteer ons nu